3. Configuratie
Na de eerste verbinding vereist de GX Tank 140 enige basisconfiguratie via het menu 'Instellingen' van het GX-apparaat, dat toegankelijk is via het beeldscherm van het GX-apparaat of via Remote Console op LAN of VRM.
3.1. Instellingenmenu
Sensortype - Voltage of Stroom
De GX Tank 140 kunnen gebruikt worden met zowel voltage- of stroomuitgang tanksensoren; selecteer het "Sensortype" dat gebruikt wordt.
Een combinatie van beide sensortypes kunnen gebruikt en individueel geconfigureerd worden met dezelfde GX Tank 140 unit (Voltage is de standaard "Sensortype" instelling).
Het instellen van het verkeerde "Sensortype" zal de GX Tank 140 niet beschadigen.
Sensorwaarde wanneer leeg / vol
Gebruikt om het functionele bedrijfsbereik van de sensor te configureren.
Vloeistoftype
Selecteer uit Brandstof, Vers water, Afvalwater, Live put, Olie en Zwart water. De selectie bepaalt automatisch de gebruikte iconen en kleuren op het beeldscherm.
Indien geen specifieke tank "Naam" is geconfigureerd zal in plaats daarvan het "Vloeistoftype" getoond worden.
Volume-eenheid
Selecteer uit Liter, Kubieke meter, Imperial Gallon en V.S. Gallon.
Aangepast vorm
Met deze instelling is het mogelijk om aangepaste vormen te configureren voor niet-lineair gevormde tanks.
Bijvoorbeeld: bij een tank die aan de bovenkant breder is, kan de tankvorm zo worden geconfigureerd dat een sensoraflezing van 50 % gelijk is aan slechts 25 % van het volume.
Er kunnen maximaal 10 posities worden ingesteld om de relatie tussen sensoraflezing en tankvorm nauwkeurig te beschrijven, zelfs voor zeer onregelmatige tanks. Het tankvolume wordt lineair geïnterpoleerd tussen posities.
Middelingstijd
De instelling van de middelingstijd wordt gebruikt om het effect van dynamische vloeistofbeweging in de tank te dempen.
Stel de middelingstijd naar wens in tussen 1 en 60 seconden (10 seconden is de standaard "Middelingstijd" instelling).
Sensorwaarde
Deze veldinvoer toont de huidige / onbewerkte sensoruitlezing, zonder enige gemiddelde; voornamelijk gebruikt voor het oplossen van problemen.
3.2. Apparaatmenu
Het "Apparaatmenu" bevat identificatie-informatie met betrekking tot het GX Tank 140 apparaat en ook elk specifiek kanaal / tank.
Naam
De "Naam" instelling wordt gebruikt om een aangepaste tanknaam aan elke tank toe te wijzen voor gemakkelijke identificatie tijdens het bewaken.
VRM-instantie
Het "VRM-instantie" nummer wordt toegewezen aan de instantie op het VRM-portaal.
3.3. Analoge ingangsmenu
Elk van de vier tankkanaalingangen kunnen in- en uitgeschakeld worden via de "Instellingen" > "I/O" > "Analoge ingangsmenu".
Standaard zijn alle vier de tankkanalen ingeschakeld. Schakel de tankkanaalingangen uit die niet in gebruik zijn om onnodige rommel uit de "Apparaatlijst" te verwijderen.
Na uitschakelen, gebruik de "Verwijder ontkoppelde apparaten" onderaan de "Apparaatlijst" om verwijdering te voltooien zonder het GX-apparaat opnieuw op te moeten starten.
3.4. Tankpompmenu
Het tankniveau kan gebruikt worden om automatisch een pomp aan te sturen (bijvoorbeeld om automatisch een dagtank bij te vullen). Deze functionaliteit wordt geconfigureerd in het tankpompmenu.
Als eerste moet de relaisfunctie ingesteld worden op "tankpomp". Dit kan veranderd worden in het "Instellingen" > "Relais" menu.
Gaar vervolgens naar het menu "Instellingen" > "Tankpomp", selecteer de gewenste sensor en configureer het start- / stopniveau.
Wanneer ingesteld op "Auto"-modus zal de pomp automatisch aan gaan wanneer het tankniveau % beneden het geconfigeerd "Startniveau" valt en stopt automatisch wanneer het tankniveau stijgt boven het geconfigureerd "Stopniveau".
De pomp "Modus" kan gemakkelijk worden omgeschakeld tussen "Auto", "Aan" en "Uit" zoals vereist.
Tankniveaus en tankpompstatus is ook beschikbaar op de "Boot- en camperoverzicht" pagina (die ingeschakeld moet worden in het menu "Instellingen" > "Beeldscherm en taal"):
Het is ook mogelijk om de pomp "Modus" (tussen "Auto", "Aan" en "Uit") direct via de "Boot- en camperoverzicht" pagina te veranderen.