3. Voorbeelden installatie en bedrading
3.1. Voorzorgsmaatregelen en installatie-opmerkingen
Er moeten enkele basis zaken in gedachten gehouden worden bij het installeren van een Smart BatteryProtect:
De Smart BatteryProtect moet geïnstalleerd worden op een goed geventileerde plaats en bij voorkeur dichtbij (max. 50 cm) de accu (maar, vanwege mogelijke bijtende gassen, niet boven de accu!).
Kies de juiste kabeldoorsnede en -lengte passend bij de belasting. Spanningsverlies over een lange of te dunne kabel tussen de accu plus en de SBP kan resulteren in een kortsluitingsalarm bij het inschakelen van de belasting of een onverwachte uitschakeling. Meer informatie over het selecteren van de juiste kabeldoorsnede en de bescherming ervan kan gevonden worden in ons boek Wiring Unlimited.
In de kabel tussen de accu en de SBP moet een zekering geïnstalleerd worden in overeenstemming met de locale regelgeving
Besteed aandacht aan de juiste aansluiting. De SBP is ontworpen om stroom alleen te laten vloeien van de IN (accu) naar OUT (belasting) aansluitingen. Retour stromen van de OUT naar IN aansluiting zijn strikt verboden en beschadigen het apparaat. Als de SBP wordt gebruikt als een loskoppeling voor een laadbron, moet het apparaat in het systeem worden aangesloten zodat stroom in de bedoelde richting vloeit, IN naar OUT.
De kortsluitingsbescherming van de SBP wordt geactiveerd wanneer er rechtstreeks een belasting verbonden wordt met condensatoren, bijvoorbeeld omvormers of omvormers/laders, op hun DC ingang. Gebruik, voor die toepassing, de SBP om de remote aan-/uit-regeling op de omvormer te regelen, in plaats van de hoog vermogen DC verbinding te ontkoppelen. Zie ook de waarschuwing op de volgende pagina.
Gebruik de 1,5 mm2 kabel (inbegrepen) voor de GND-verbinding, die rechtstreeks verbonden zou moeten worden met de negatieve aansluiting van de accu (of het chassis van een voertuig). Geen ander materiaal mag met deze kabel verbonden worden. Let op dat de GND-kabel dienovereenkomstig beschermd moet worden. Een 300 mA zekering is voldoende.
De pen-toekenning van de connectoren staat ofwel gedrukt aan de voorzijde of aan de zijkant van de behuizing.
De SBP detecteert maar één keer automatisch de systeemspanning tijdens de eerste keer inschakelen. Zie "d" in de programmeringstabel over hoe te resetten bij het opnieuw gebruiken van de SBP in een andere installatie of gebruik Bluetooth.
Verbind de belasting niet voordat de SBP volledig geprogrammeerd is.
Een remote aan/uit-schakelaar kan verbonden worden tussen remote H en remote L. Alternatief kan aansluiting H hoog geschakeld worden (naar accu-pluspool) of aansluiting L kan laag geschakeld worden (naar accu-minpool).
Een zoemer, LED of relais kan verbonden worden tussen de alarm uitgang-aansluitin en de accu-pluspool. Maximale belasting van de alarm uitgang: 50 mA (kortsluitingbestendig).
3.2. Waarschuwing bij het verbinden van omvormers en omvormers/laders
Waarschuwing
Het is nooit toegestaan omvormers of omvormers/laders te verbinden met een SBP via hun DC ingang, een retourstroom kan vloeien die de SBP beschadigt. Wanneer er een omvormer of omvormer/lader geregeld wordt via een SBP, moet de SBP gebruikt worden om de omvormer of omvormer/lader te regelen via zijn remote uitgang. Zie onderstaand voorbeeld. Let op dat de onderstaande afbeelding een voorbeeld is voor alle BatteryProtect-modellen inclusief de Smart-modellen.
3.3. Bedrading voorbeelden
Dit hoofdstuk bevat verschillende bedradingsvoorbeelden om alle mogelijkheden van bedrading te tonen.
3.3.1. Smart BatteryProtect in een eenvoudig systeem
Het onderstaande voorbeeld toont een Smart BatteryProtect met de kabellus (standaard) tussen L en H van de remote aansluiting. Als de kabellus verwijderd wordt, dan ontkoppelt de SBP de belasting na 90 seconden.
Als de draadlus echter gekoppeld blijft en de accuspanning onder de geprogrammeerde waarde zakt voor afsluiting door te lage spanning (zie hoofdstuk Programmering), schakelt de SBP na 90 seconden de belasting automatisch uit.
Hetzelfde voorbeeld onderaan. Deze keer is de schakelaar aangesloten tussen accu-pluspool en de H-ingang van de remote aansluiting.
Als uitgeschakeld, wordt de H-ingang laag. De belasting wordt na 90 seconden uitgeschakeld. Als de schakelaar opnieuw wordt ingeschakeld, wordt de H-ingang hoog en de belasting wordt ingeschakeld met een vertraging van 30 seconden.
Dit werkt op dezelfde manier tussen accu minus en de L-ingang van de remote aansluiting.
3.3.2. Smart BatteryProtect remote aan/uit-schakelaar
Het onderstaande voorbeeld toont een Smart BatteryProtect in een eenvoudig systeem met een remote aan/uit-schakelaar, bedraad op de remote aansluitingen.
Deze schakelaar kan bijvoorbeeld gebruikt worden om op afstand het systeem in en uit te schakelen. Het stroomverbruik van de Smart BatteryProtect is verwaarloosbaar bij minder dan 1 mA wanneer uitgeschakeld (controleer het hoofdstuk specificaties).
3.3.3. Smart BatteryProtect in een lithium accu-systeem met extern BMS
De onderstaande afbeelding toont een Smart BatteryProtect in een lithium accu-systeem met extern BMS. Het externe BMS (Victron Lynx Smart BMS in dit voorbeeld) heeft een ATD (toegestaan om te ontladen) en ATC (toegestaan om te laden)-uitgang. Ontwikkeld als een droog contact functioneren ATD en ATC als een schakelaar die rechtstreeks de SBP regelt via de remote aansluiting.
Hiervoor moet de Smart BatteryProtect geprogrammeerd worden naar Li-ion modus.
Het droog contact is aangeslotern tussen de L- en H-connectoren van de remote aansluiting.
Als bijvoorbeeld ATD opent bij te lage spanning van een lithium accucel, dan schakelt de SBP onmiddellijk zonder vertraging de belasting uit.
De SBP blijft 30 seconden lang uitgeschakeld, zelfs als ATD binnen deze periode sluit. Na deze 30 seconden reageert de Smart BatteryProtect onmiddellijk en verbindt de belasting met de accu.
Let op dat de drempels voor te lage spanning en de alarm uitgang van de SBP in deze modus inactief zijn.
Let op
Als een lithium-accu met interne BMS (zogenoemde drop-in) gebruikt wordt, die geen uitgang voor de besturing van de belasting of laders heeft, dan moet de SBP geprogrammeerd worden in modus A of B. Modus C is in dit geval niet van toepassing.
3.3.4. Smart BatteryProtect in een lithium-systeem met externe BMS en belasting ontkoppelen uitgang
Dit aansluitvoorbeeld toont een Smart BatteryProtect, aangesloten in een lithium-systeem dat geregeld wordt via een externe BMS (Victron smallBMS met vooralarm). Deze BMS heeft een Load Disconnect uitgang en Chjarge Disconnect uitgang die rechtstreeks aangesloten kunnen worden op de Smart BatteryProtect H-ingang van de remote aansluiting.
Zoals bij het vorige voorbeeld is het noodzakelijk de SBP te programmeren in Li-ion modus (zie hoofdstuk Programmering).
Als bijvoorbeeld de smallBMS het vooralarm inschakelt door een dreigende te lage celspanning, wordt de belasting ontkoppelen uitgang zwevend (normaal hoog) als er een dreigende te lage celspanning is en de SBP schakelt de belasting uit en blijft gedurende 30 seconden uitgeschakeld, zelfs als het een herstartsignaal ontvangt (H wordt opnieuw hoog) binnen deze periode. Na 30 seconden reageert het onmiddellijk op een herstartsignaal.
Opmerking
Als het systeem uitgeschakeld werd door te lage celspanning dan blijft de SBP gedurende 30 seconden uitgeschakeld, zelfs als het een herstartsignaal ontvangt binnen deze periode (wat hoogstwaarschijnlijk het geval is als er geen andere belasting met de accu verbonden is). Na 3 pogingen tot opnieuw afsluiten, blijft de SBP uitgeschakeld tot de accuspanning boven 52 V gestegen is gedurende minstens 30 seconden wat een indicatie is dat de accu opnieuw geladen wordt).
3.3.5. Twee Smart BatteryProtect voor besturing van belasting en lader
Het is ook mogelijk meerdere Smart BatteryProtect in één systeem te hebben, bijvoorbeeld om tegelijkertijd laders en belasting te regelen.
Wanneer de BMS een te lage spanning van een cel signaleert, schakelt de SBP, verantwoordelijk voor de belasting, de belasting van de accu uit om de accu te beschermen tegen verdere ontlading.
Wanneer de BMS een te lage spanning van een cel of te lage temperatuur signaleert om de lithium-accu te laden, schakelt de SBP de lader van de accu onmiddellijk uit.
Let ook op de juiste verbinding van de SBP : de stroom loopt van IN naar OUT. De positieve aansluiting van de lader gaat naar de IN-ingang van de SBP.
3.3.6. Smart BatteryProtect Bedrading alarmuitgang
De alarmuitgang kan bedraad worden, bv. op een LED, zoemer of een relais. Hiervoor moet de Smart BatteryProtect geprogrammeerd worden in de respectievelijke modus omwille van lichte verschillen in het gedrag. Zie ook het hoofdstuk Bedieningsmodi voor meer details.
Zorg ervoor dat de LED, zoemer en relais overeenkomen met de systeemspanning.