Skip to main content

Blue Smart IP22 Charger

Geavanceerde instellingen

In specifieke gevallen waarin de geïntegreerde laadmodi niet geschikt/ideaal zijn voor het accutype dat wordt opgeladen of de fabrikant van de accu specifieke laadparameters aanbeveelt en verfijnde afstemming gewenst is, is geavanceerde configuratie mogelijk met een Bluetooth-apparaat (zoals een mobiele telefoon of tablet) met behulp van de VictronConnect-app.

Voor de meeste gangbare accutypen is geavanceerde configuratie niet vereist of aanbevolen; de geïntegreerde laadmodi en adaptieve laadlogica zijn doorgaans geschikt en presteren zeer goed.

De pagina met geavanceerde instellingen maakt het mogelijk om de specifieke instelling van laadparameters en gebruikergedefinieerde instellingen op te slaan en gemakkelijk op te laden.

VictronConnect_-_Advanced_settings_page.jpg

Om toegang te krijgen tot de geavanceerde instellingen:

  1. Sluit de AC-voedingskabel aan op een stopcontact; na een kort oponthoud lichten de LED's op die de stroomlaadmodus en laadstatus aangeven.

  2. Gebruik een apparaat met Bluetooth (zoals een mobiele telefoon of tablet), open de VictronConnect-app en vind de Blue Smart IP22 Charger in de LOCAL-pagina, maak dan verbinding met het apparaat (standaard Bluetooth PIN code is 000000).

  3. Selecteer het ‘Instelling’ icoon (tandwiel in de rechterbovenhoek) om naar de 'Instellingen'pagina te gaan.

    VictronConnect_-_Settings_-_BSC_IP22.jpg
  4. Schakel de schakelaar 'Geavanceerde instellingen' om de pagina 'Geavanceerde instellingen' in te schakelen.

    VictronConnect_-_Advanced_settings__switch_off_.jpg
  5. Lees het waarschuwingsbericht en selecteer dan 'OK' om te aanvaarden en verder te gaan.

    VictronConnect_-_Advanced_settings_warning_-_BSC_IP22.jpg
  6. Selecteer ‘Geavanceerde accu-instellingen’ voor toegang tot de pagina 'Geavanceerde instellingen'.

    VictronConnect_-_Advanced_settings__switch_on_.jpg

Om gebruikergedefinieerde geavanceerde instellingen in te stellen:

  1. Selecteer de 'accuvoorinstelling' uitklaplijstpijl om het menu uit te breiden.

    VictronConnect_-_Battery_preset__Normal_.jpg
  2. Selecteer ‘Gebruikergedefinieerd' uit het uitklaplijstmenu.

    VictronConnect_-_Battery_preset_menu__User_defined__-_BSC_IP22.jpg
  3. “Door gebruiker gedefinieerde” configuratie wordt nu ingeschakeld.

    VictronConnect_-_Battery_preset__User_defined_.jpg
  4. Stel de geavanceerde instellingen in zoals vereist volgens de aanbevelingen van de accufabrikanten.

De geavanceerde instellingen (met expertmodus uitgeschakeld) omvatten:

  1. Voorinstelling van de accu

    Met de keuzemenu “Accuvoorinstelling” kunt u kiezen uit de volgende opties:

    1. Ingebouwde voorinstelling

      Selectie van een standaard geïntegreerde voorinstelling (hetzelfde als het algemene instellingenmenu)

    2. Gebruikergedefinieerd

      Opnieuw kiezen van de laatste “door gebruiker gedefinieerde” laadinstellingen

    3. Selecteer voorinstelling

      Keuze uit een uitgebreid assortiment geïntegreerde voorinstellingen voor het opladen van de accu, inclusief nieuwe door de gebruiker gedefinieerde laadvoorinstellingen

    4. Voorinstelling aanmaken

      Een nieuwe laadvoorinstelling die moet worden aangemaakt en opgeslagen vanuit door de gebruiker gedefinieerde instellingen

    5. Voorinstellingen bewerken

      Een bestaande voorinstelling die moet worden bewerkt en opgeslagen

  2. Maximale laadstroom

    De instelling voor een maximale laadstroom maakt het mogelijk om te kiezen tussen een standaard en een voorinstelling voor een aanzienlijk verlaagde laadstroomlimiet: maximale, lage (50 % of maximum) of minimale stroom (25 % van maximum). De gebruiker kan, als alternatief, zelf een maximale laadstroom definiëren (binnen de grenzen van maximum en minimum).

  3. Laadspanning

    Met de instellingen voor de laadspanning kan het instelpunt van de spanning voor elke laadfase onafhankelijk worden ingesteld en kunnen sommige laadfasen (herconditionering en druppelladen) worden uitgeschakeld of ingeschakeld.

    Het instelpunt van de laadspanning kan worden ingesteld voor de volgende laadfasen:

    1. Absorptie

    2. Druppel

    3. Opslag

    4. Herconditioneren

  4. Spanningscompensatie

    1. Temperatuurcompensatie

      De temperatuurcompensatie-instelling maakt het mogelijk de temperatuurcompensatiecoëfficiënt van de laadspanning te configureren of de temperatuurcompensatie volledig uit te schakelen (bijvoorbeeld voor Li-ion-accu's). De temperatuurcompensatiecoëfficiënt is ingesteld op mV/°C en geldt voor de gehele accu/accubank (niet voor individuele accucellen).