8. Bijlage
8.1. A: Aansluitingen overzicht
MultiPlus-II 3000 VA & 5000 VA | ||
A | Belasting aansluiting. AC-out-1. Van links naar rechts: N (nul), PE (aarde/aarding), L (fase) | |
B | Belasting aansluiting. AC-out-2. Van links naar rechts: N (nul), PE (aarde/aarding), L (fase) | |
C | AC ingang: Van links naar rechts: N (nul), PE (aarde/aarding), L (fase) | |
D | Alarmcontact: (van links naar rechts) NO, NC, COM. | |
E | Drukknop A – Om een opstart zonder Assistants uit te voeren . | |
F | Veiligheids aarde-aansluiting M6 (PE). | |
G | M8 positieve accu-aansluiting | |
H | M8 negatieve accu-aansluiting | |
I | schakelaar: 1 =Aan, 0=Uit, ||=alleen lader | |
J | Connector voor remote schakelaar: Kort om “AAN” te zetten. | |
K | 2x RJ45 VE.Bus aansluiting voor afstandsbediening en/of parallelle/driefasen werking | |
L | Externe stroomsensor Om de stroomsensor aan te sluiten: de draadbrug tussen de aansluitklemmen INT en COM weghalen, de rode sensordraad aansluiten op de aansluitklem EXT en de witte sensordraad aansluiten op de aansluitklem COM. | |
M | Klem voor: boven naar beneden:
|
MultiPlus-II 8kVA & 10kA & 15kVA | ||
A | Belasting aansluiting. AC-out-1. Van links naar rechts: N (nul) en L (fase). | |
B | Belasting aansluiting. AC-out-2. Van links naar rechts: N (nul) en L (fase). | |
C | AC ingang: Van links naar rechts: N (nul) en L (fase). | |
D | Externe stroomsensor Om de stroomsensor aan te sluiten: de draadbrug tussen de aansluitklemmen INT en COM weghalen, de rode sensordraad aansluiten op de aansluitklem EXT en de witte sensordraad aansluiten op de aansluitklem COM. | |
E | 2x RJ45 VE.Bus connector for remote regeling en/of parallelle/driefasenwerking. | |
F | Connector voor remote aan/uit schakelaar: Kort om “AAN” te zetten. | |
G | Alarmcontact: (van links naar rechts) NO, NC, COM. | |
H | Aarde/aarding busbar voor aansluitingen AC ingang PE, AC uitgang PE en M6 aardverbinding chassis. | |
I | Klem voor: boven naar beneden:
| |
J | Drukknop A – Om een opstart zonder Assistants uit te voeren . | |
K | M8 positieve accu-aansluiting | |
L | M8 negatieve accu-aansluiting | |
M | Hoofdschakelaar: 1 =Aan, 0=Uit, ||=alleen lader |
8.2. B: blokdiagram
* Zie tabel in Hoofstuk 4.2 “Aanbevolen DC-zekering”
8.3. C: Parallelle aansluiting-diagram
8.4. D: Driefasen aansluiting-diagram
8.5. E: Laadalgoritme
Vierfasig opladen:
Bulk
Begint als de lader wordt gestart. Constante stroom wordt toegepast totdat de nominale accuspanning is bereikt, afhankelijk van temperatuur en ingangsspanning, waarna constant vermogen wordt toegepast tot het punt waar overmatige gasvorming begint (14,4 V resp. 28,8 V of 57,6 temperatuur gecompenseerd).
BatterySafe:
De aangelegde spanning op de accu wordt geleidelijk verhoogd totdat de ingestelde absorptiespanning is bereikt. De BatterySafe-modus maakt deel uit van de berekende absorptietijd.
Absorptie
De absorptie periode is afhankelijk van de bulk periode. De maximale absorptietijd is de ingestelde maximale absorptietijd.
Druppel
Druppel-spanning wordt toegepast om de accu volledig geladen te houden
Opslag
Na één dag druppelladen wordt de uitgangsspanning teruggebracht tot opslagniveau. Dit is 13,2 V voor 12 V, resp. 26,4 V voor 24 V en 52,8 V voor 48 VACcu's. Dit beperkt het waterverlies tot een minimum als de accu is opgeslagen voor het winterseizoen. Na een instelbare tijd (standaard = 7 dagen) zal de lader in de Herhaalde Absorptie-modus gaan voor een instelbare tijd (standaard = één uur) om de accu te 'verfrissen'.
8.6. F: Temperatuurcompensatiegrafiek
De bovenstaande grafiek toont de standaard uitgangsspanningen voor Druppelladen en Absorptie, van toepassing bij 25 °C voor 12 en 24 V accubanken. Vermenigvuldig voor een 48 V accubank de 24 V spanningen met 2.
Verminderde druppellaadspanning volgt druppellaadspanning op en verhoogde absorptiespanning volgt absorptiespanning op.
Temperatuurcompensatie is niet van toepassing in de aanpassingsmodus.