3. Beknopte gebruikershandleiding
Sluit de acculader aan op de accu of accu's.
Sluit de acculader aan op het stopcontact met behulp van de voedingskabel (apart te bestellen).
Alle LED's zullen kort oplichten en zodra de acculader is geactiveerd, gaan de relevante status-LED's branden, afhankelijk van de status van de acculader. De acculader start standaard op in de normale modus en bulk.
Druk indien nodig op de MODUS-knop om een ander laadalgoritme te selecteren (de acculader onthoudt de modus wanneer deze wordt losgekoppeld van de voeding en/of de accu).
Na het selecteren van herconditionering zal de HERCONDITIONERING-LED gaan branden en beginnen te knipperen wanneer herconditionering actief is.
De acculader schakelt over op LAAG (laag vermogen) wanneer u de MODUS-knop gedurende 3 seconden ingedrukt houdt. De LAAG-LED zal dan gaan branden en blijven branden, en de maximale uitgangsstroom wordt beperkt tot 50 % van het nominale uitgangsvermogen. De LAAG-modus kan worden gedeactiveerd door de MODUS-knop nogmaals 3 seconden ingedrukt te houden.
Wanneer de ABSORPTIE-LED oplicht, is de accu ongeveer 80 % opgeladen en klaar voor gebruik.
De accu is volledig opgeladen wanneer de DRUPPELLAAD- (druppelladen) of de OPSLAG-LED oplicht.
U kunt het opladen nu op elk gewenst moment onderbreken door de acculader los te koppelen van de voeding.