4. Bediening en programmering
4.1. Bedieningsmodi
De BatteryProtect heeft drie bedieningsmodi, de geschikte modus kan geselecteerd worden via een programmeringsprocedure (zie hoofdstuk Programmeren ).
Modus A: Zoemer- of LED-modus (standaard).
Modus B: Relais-modus.
Modus C: Li-ion modus.
Modi A en B hebben invloed op het gedrag van de alarmuitgang.
Modus C, de Li-ion modus, houdt rekening met lithium-accu's die een externe BMS hebben of een BMS met ontkoppeling van belasting en/of lader uitgang.
Zoemer of LED-modus verloop
Bij een te lage spanning start een voortdurend alarm na 12 seconden. De BP schakelt de belasting na 90 seconden uit en het alarm stopt. Uitstel voor opnieuw verbinding maken: 30 seconden.
Bij te hoge spanning wordt de belasting onmiddellijk uitgeschakeld en een periodiek alarm blijft ingeschakeld tot het probleem van te hoge spanning gecorrigeerd wordt. Er is geen vertraging voor opnieuw verbinding maken.
Relais-modus gedrag
Bij te lage spanning schakelt het relais in na 12 seconden. De BP schakelt de belasting na 90 seconden uit en het relais wordt uitgeschakeld.
Bij te hoge spanning wordt de blasting onmiddellijk uitgeschakeld en de alarmuitgang blijft inactief. Uitschakelniveau's te hoge spanning: 16 V (voor een 12 V systeem) respectievelijk 32 V (voor een 24 V systeem).
Li-ion modus gedrag
Selecteer alleen de Li-Ion modus wanneer het BMS een belasting ontkoppelen uitgang (ADC) heeft en/of een lader ontkoppelen uitgang (ATC). Dit is gewoonlijk niet het geval voor zogenaamde drop-in-accu's met intern BMS. Selecteer, voor lithium-accu's/BMS zonder belasting ontkoppelen uitgang, als vervanging modus A of B.
Verbind de belasting ontkoppelen uitgang of lader (afhankelijk van applicatie) van de BMS met de remote H-aansluiting van de BatteryProtect.
De belasting of de lader wordt onmiddellijk uitgeschakeld wanneer de ontkoopelen van belasting uitgang of de lader van de BMS overschakelt van ‘hoog’ naar ‘vrije speelruimte’. De drempels voor te lage spanning en alarm uitgang van de BatteryProtect zijn in deze modus inactief.
Het blijft 30 seconden lang uitgeschakeld, zelfs wanneer het binnen die tijdsperiode een herstartsignaal ontvangt. Na deze 30 seconden reageert het onmiddellijk op een herstartsignaal.
4.2. Programmeren
De BatteryProtect kan geprogrammeerd worden door de methode van verbinden van PROG-pen met GND-pen.
4.2.1. Programmeren via PROG-pen naar GND-pen methode
Vereisten vóór programmering:
De accu-pluspool moet verbonden worden met de IN aansluiting. Verbind de OUT aansluiting nog niet.
De inbegrepen massakabel moet verbonden worden met de accu-minpool en de GND aansluiting van de BatteryProtect 12/24V.
De kabellus in het remote aan/uit aansluitblok moet verwijderd worden.
Programmeringsprocedure:
Gebruik een kabellus of een bedrade schakelaar (bij voorkeur een druktoets) tussen de PROG-pen en de GND-pen.
Terwijl er een verbinding is tussen de PROG-pen en de GND-pen stapt de 7-segment weergave eerst door de spanningscombinaties voor uitschakeling en herstart, zoals aangeduid door de nummers 0..9 (zie de Programmeringstabel).
Verwijder de kabellus of laat de druktoets los wanneer de gewenste spanningsmodus weergegeven wordt.
Het beeldscherm bevestigt tweemaal de gekozen spanning en standaard modus (A).
Verbind de kabellus opnieuw of druk de druktoets opnieuw in, wanneer een andere bedieningsmodus (B, C of D) vereist is (zie de Programmeringstabel).
Ontkoppel de kabellus of laat de druktoets los wanneer de gewenste modus weergegeven wordt.
Het beeldscherm bevestigt tweemaal de gekozen spanning en modus.
4.2.2. Programmeringstabel
Programmeringstabel voor BatteryProtect 12/24V
7-segment weergave | Te lage spanning uitschakeling 12V/24V systeem | Te lage spanning herstart 12V/24V systeem |
---|---|---|
0 | 10,5 V / 21,0 V | 12,0 V / 24,0 V |
1 | 10,0 V / 20,0 V | 11,5 V / 23,0 V |
2 | 9,5 V / 19,0 V | 11,5 V / 23,0 V |
3 | 11,25 V / 22,5 V | 13,25 V / 26,5 V |
4 | 11,5 V / 23,0 V | 13,8 V / 27,6 V |
5 | 10,5 V / 21,0 V | 12,8 V / 25,6 V |
6 | 11,5 V / 23,0 V | 12,8 V / 25,6 V |
7 | 11,8 V / 23,6 V | 12,8 V / 25,6 V |
8 | 12,0 V / 24,0 V | 13,0 V / 26,0 V |
9 | 10,0 V / 20,0 V | 13,2 V / 26,4 V |
A | Zoemer- of LED-modus | |
b | Relais-modus | |
C | Lithium-modus | |
d | Detecteer systeemspanning | |
4.3. Statusweergave
De decimale punt van het 7-segment display wordt gebruikt voor statusindicatie:
Verlicht: de BatteryProtect probeert de uitgang te activeren.
Knippert elke 5 seconden: uitgang is actief.
Knippert elke 2 seconden wanneer in Li-ion modus: uitgang ‘verbinden’. Als de SBP in Li-ion modus staat, observeert de SBP een dode periode van 30 seconden nadat de remote ingang van de BP zwevend is geworden.
4.4. Afstandsbediening en verloop kortsluiting
Dit hoofdstuk beschrijft het gedrag van de BatteryProtect wanneer het bestuurd wordt via de remote aan/uit ingag en wanneer een kortsluiting gedetecteerd werd.
De BatteryProtect verbindt de belasting 1 seconde nadat de remote ingang gesloten werd.
De BatteryProtect schakelt de belasting onmiddellijk uit wanneer de remote ingang geopend wordt.
Wanneer in Li-ion modus verbindt de BP de belasting 30 seconden nadat de remote ingang van de BP hoog getrokken werd door de BMS. Deze vertraging stijgt naar 3 minuten ingeval van frequent overschakelen.
Bij kortsluiting probeert de BatteryProtect de belasting elke 5 seconden te verbinden. Na twee pogingen toont de weergave E1 (kortsluiting gedetecteerd).
4.5. Foutmeldings- & waarschuwingsmodi
Er zijn 4 mogelijk foutmeldingsmodi, aangeduid door de 7-segment weergave:
E1 Kortsluiting
E2 Te hoge temperatuur / P2 Waarschuwing te hoge temperatuur
E3 Te lage spanning / P3 Waarschuwing te lage spanning
E4 Te hoge spanning
Na 5 minuten wordt de foutmelding niet langer weergegeven om stroomverbruik te verlagen.
Raadpleeg het bijlagehoofdstuk Foutmeldings- en waarschuwingscodes voor meer informatie over elke foutmelding.