7. Geavanceerde configuratie
In specifieke gevallen waarin de geïntegreerde laadmodi niet geschikt/ideaal zijn voor het accutype dat wordt opgeladen of de fabrikant van de accu specifieke laadparameters aanbeveelt en verfijnde afstemming gewenst is, is geavanceerde configuratie mogelijk met een Bluetooth-apparaat (zoals een mobiele telefoon of tablet) met behulp van de VictronConnect-app.
Voor de meeste gangbare accutypen is geavanceerde configuratie niet vereist of aanbevolen; de geïntegreerde laadmodi en adaptieve laadlogica zijn doorgaans geschikt en presteren zeer goed.
7.1. Geavanceerde instellingen
Het menu met geavanceerde instellingen maakt het mogelijk om de specifieke configuratie van laadparameters en door de gebruiker gedefinieerde instellingen op te slaan en gemakkelijk op te laden.
Om toegang te krijgen tot het “geavanceerde instellingen” menu:
Ga naar het “instellingen” menu door het “instellingen” icoon (tandwiel) in de rechter bovenhoek te selecteren.
Activeer de schakelaar “Geavanceerde instellingen” en selecteer vervolgens “OK”.
Open het menu “geavanceerde instellingen” door te kiezen voor “Geavanceerde accu-instellingen”.
Om de “geavanceerde instellingen” te bewerken/configureren:
Selecteer de “Battery preset” (accuvoorinstelling) dropdown pijl om het menu uit te breiden, selecteer dan “Gebruiker gedefinieerd”.
“Door gebruiker gedefinieerde” configuratie wordt nu ingeschakeld.
De instellingen in het “geavanceerde menu” (met “expert mode” uitgeschakeld) omvatten:
Accuspanning
Met de dropdown “Battery voltage” (accuspanning) kunt u kiezen uit de volgende opties:
Auto
De accuspanning wordt automatisch gedetecteerd en ingesteld vóór de testfase (op basis van de spanning van de aangesloten accu). Merk op dat bij sterk ontladen accu's de automatische accuspanningsdetectie onjuist kan zijn; in dat geval moet de accuspanning handmatig worden ingesteld.
6 V
Handmatige selectie voor het laden van 6 V accu's/systemen
12 V
Handmatige selectie voor het laden van 12 V accu's/systemen
Voorinstelling van de accu
Met de dropdown “Accuvoorinstelling” kunt u kiezen uit de volgende opties:
Ingebouwde voorinstelling
Selectie van een standaard geïntegreerde voorinstelling (hetzelfde als het algemene instellingenmenu)
Gebruikergedefinieerd
Opnieuw kiezen van de laatste “door gebruiker gedefinieerde” laadinstellingen
Selecteer voorinstelling
Keuze uit een uitgebreid assortiment geïntegreerde voorinstellingen voor het opladen van de accu, inclusief nieuwe door de gebruiker gedefinieerde laadvoorinstellingen
Voorinstelling aanmaken
Een nieuwe laadvoorinstelling die moet worden aangemaakt en opgeslagen vanuit door de gebruiker gedefinieerde instellingen
Voorinstellingen bewerken
Een bestaande voorinstelling die moet worden bewerkt en opgeslagen
Maximale laadstroom
De maximale laadstroominstelling maakt het mogelijk om te kiezen tussen de standaard en een voorinstelling voor een aanzienlijk verlaagde laadstroomlimiet: maximale of lage stroom (stroomlimieten verschillen per model - raadpleeg het gedeelte 'Specificaties' voor meerr informatie).
Laadspanning
Met de instellingen voor de laadspanning kan het instelpunt van de spanning voor elke laadfase onafhankelijk worden geconfigureerd en kunnen sommige laadfasen (herconditionering en druppelladen) worden uitgeschakeld of ingeschakeld.
Het instelpunt van de laadspanning kan worden geconfigureerd voor de volgende laadfasen:
Absorptie
Druppel
Opslag
Reconditionering
Spanningscompensatie
Temperatuurcompensatie
De temperatuurcompensatie-instelling maakt het mogelijk de temperatuurcompensatiecoëfficiënt van de laadspanning te configureren of de temperatuurcompensatie volledig uit te schakelen (bijvoorbeeld voor Li-ion-accu's). De temperatuurcompensatiecoëfficiënt is ingesteld op mV/°C en geldt voor de gehele accu/accubank (niet voor individuele accucellen).
7.2. Instellingen van de expertmodus
De expertmodus breidt het menu uit met geavanceerde instellingen met meer gespecialiseerde configuratie-instellingen.
Om het “expertmodus” menu te openen:
Open het menu “geavanceerde instellingen” en schakel “door gebruiker gedefinieerde” configuratie in - zie sectie 7.1 “Geavanceerde instellingen” voor instructies.
Activeer de schakelaar “expertmodus” en selecteer vervolgens “OK”.
Het menu “expertmodus” (uitbreiding van het menu “geavanceerde instellingen”) wordt nu ingeschakeld.
De ADDITIONAL (aanvullende)-instellingen in het “geavanceerde menu” met ingeschakelde “expertmodus” omvatten:
Laadspanning
BatterySafe
Met de instelling BatterySafe kan de spanningsregeling BatterySafe worden in- of uitgeschakeld. Wanneer BatterySafe is ingeschakeld, wordt de hoogte van de accuspanning tijdens de bulkfase automatisch beperkt tot een veilig niveau. In gevallen waarin de accuspanning anders sneller zou toenemen, wordt de laadstroom daardoor verminderd om overmatige gasvorming te voorkomen.
Bulk
Bulktijdslimiet
De instelling van de bulktijdslimiet beperkt de maximale tijd die de acculader in bulkfase kan doorbrengen als beschermingsmaatregel, aangezien de absorptiespanning tegen die tijd had moeten zijn bereikt. Als aan de bulktijdslimiet is voldaan, zal de acculader direct overgaan in de druppellaadfase.
Re-bulkstroom
De Re-bulkstroominstelling is de laadstroomlimiet die een nieuwe laadcyclus zal activeren als deze wordt overschreden tijdens de druppellaad- of opslagfase, waardoor de acculader weer in het bulklaadstadium terechtkomt.
Merk op dat zelfs wanneer de re-bulkinstelling is uitgeschakeld, zal re-bulk plaatsvinden als de laadstroom gedurende 4 seconden op de maximale laadstroom wordt behouden.
Absorptie
Adaptieve duur
Met de instelling adaptieve tijdsduur kan worden gekozen tussen een adaptieve absorptietijd (berekend op basis van de bulktijd / het niveau van de ontlading) of een vaste absorptietijd.
Maximale absorptietijd/ Absorptietijd
Met de instelling maximale absorptietijd / absorptietijd kan de maximale adaptieve absorptietijd of de vaste absorptietijd worden ingesteld (afhankelijk van of adaptieve of vaste absorptietijd is geselecteerd). Merk op dat ongeacht of adaptieve of vaste absorptietijd is geselecteerd, de absorptiefase vroegtijdig kan eindigen op basis van de staartstroominstelling (indien ingeschakeld).
Staartstroom
Met de staartstroominstelling kan de absorptiefase vroegtijdig worden beëindigd op basis van de laadstroom. Als de laadstroom gedurende één minuut onder de staartstroomdrempel daalt, wordt de absorptiefase onmiddellijk beëindigd en gaat de lader over op de druppel- of opslagfase.
Herhaalde absorptie
De instelling voor herhaalde absorptietijd maakt het mogelijk de verstreken tijd tussen elke automatische vernieuwningslaadcyclus (1 uur in de absorptiefase) te configureren. Herhaalde absorptie is standaard ingeschakeld, en kan uitgeschakeld worden, waarna de accu verder in opslagmodus blijft. De herhaalde absorptie wordt dan niet meer uitgevoerd.
Herconditioneren
Herconditioneringsstopmodus
Met de herconditioneringsstopmodusinstelling kunt u kiezen tussen de herconditioneringsfase die wordt beëindigd wanneer de accuspanning het instelpunt van de herconditioneringsfase bereikt of een vaste tijdsperiode.
Maximale herconditioneringsduur
Met de instelling van de herconditioneringstijd kan de maximale herconditioneringstijd of de vaste herconditioneringstijd worden geconfigureerd (afhankelijk van de geselecteerde herconditioneringsstopmodus).
Handmatige herconditionering
De handmatige herconditionering kan gestart worden door de knop START NOW (nu starten) aan te tikken. De maximale duur van de herconditioneringscyclus is beperkt tot 1 uur.
7.3. Stroomvoorzieningsfunctie
De Victron Blue Smart IP65 Charger-serie is ook geschikt voor gebruik als gelijkstroomvoeding, om apparatuur te voeden zonder dat een accu is aangesloten (of terwijl deze ook op een accu is aangesloten).
Hoewel het nog steeds mogelijk is om de acculader als voeding te gebruiken zonder instellingen te wijzigen, bestaat er een speciale “Stroomvoorzieningsmodus” voor dit doel/gebruik.
Als de acculader als voeding wordt gebruikt, is het raadzaam om de “Stroomvoorzieningsmodus” te activeren, omdat deze de interne laadlogica uitschakelt en een constante DC-voedingsspanning levert.
Om de stroomvoorziening te activeren:
Ga naar het “instellingen” menu door het “instellingen” icoon (tandwiel) in de rechter bovenhoek te selecteren.
Selecteer de “Functie” dropdown pijl om het menu uit te breiden, selecteer dan “Voeding” modus.
De modus “Voeding” wordt nu ingeschakeld; wanneer deze geactiveerd is, gaan de LED's voor 12 V (groen) en 6 V (oranje) branden.
Stel, indien nodig, de gewenste uitgangsspanning in en/of schakel de lage stroom modus in/uit.
Om de lader weer normaal als acculader te gebruiken, gaat u naar het “Instellingen”-menu en kiest u in het uitklapmenu “Functie” opnieuw de modus “Lader”.
Let op
Opmerking: Als de gelijkstroomkabels worden losgekoppeld/geïsoleerd van de accu en/of de belasting terwijl de lader door het wisselstroomnet wordt gevoed, moet de lader 5 seconden de tijd krijgen om te reïnitialiseren voordat de gelijkstroomkabels weer worden aangesloten.
De lader mag niet worden gebruikt om snel schakelende belastingen rechtstreeks van stroom te voorzien in de voedingsmodus (zonder accu); evenzo is een minimumvertraging van 5 seconden vereist tussen het schakelen (aan/uit) van de belasting.