1. Veiligheidsinstructies
Gevaar
WAARSCHUWING: LEES EN VOLG ALLE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES AANDACHTIG |
Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat de acculader geinstalld wordten in gebruik wordt genomen; bewaar de handleiding op een veilige plek ter referentie voor later.
De acculader mag niet geïnstalleerd of gebruikt worden door de volgende mensen, tenzij onder strikte begeleiding en toezicht:
Mensen die het ontbreekt aan de kennis, ervaring of competentie die nodig is om het product veilig te installeren en/of te gebruiken.
Mensen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale vermogens die van invloed kunnen zijn op de veiligheid bij de installatie en/of het gebruik.
Installatie en gebruik van de acculader
Monteer de acculader op een plaats met goede natuurlijke luchtcirculatie of ventilatie, en met voldoende vrije ruimte rondom; raadpleeg de sectie “Installatie” voor meer informatie.
Monteer de acculader op een niet-ontvlambare ondergrond en zorg dat er geen hittegevoelige voorwerpen dicht in de buurt zijn; het is normaal dat de acculader heet wordt tijdens gebruik.
Monteer de acculader op een plaats waar deze beschermd is tegen omgevingsfactoren zoals direct zonlicht, water, hoge vochtigheid en stof, en op een veilige afstand van ontvlambare vloeistoffen en gassen.
Plaats / installeer / gebruik de acculader niet bovenop de accu, direct boven de accu, of samen met de accu in een gesloten kast; accu's kunnen explosieve gassen uitstoten.
Bedek de acculader niet en plaats geen andere voorwerpen bovenop de acculader.
Installatie en opladen van de accu
Installeer en laad de accu op een plaats met goede natuurlijke luchtcirculatie of ventilatie.
Zorg ervoor dat er geen ontstekingsbronnen in de buurt van de accu zijn; accu's kunnen explosieve gassen uitstoten.
Accuzuur is bijtend; als accuzuur in contact komt met de huid dan onmiddellijk afspoelen met water.
Laad geen niet-oplaadbare accu's op; laad geen Li-ion-accu's op als de temperatuur van de accu lager is dan 0 °C.
DC-aansluitingen van de accu
Zorg dat het DC-systeem volledig afgesloten/geïsoleerd is voordat bestaande en/of nieuwe kabel- en/of andere aansluitingen voor af- of aangesloten op de accu / het DC-systeem.
Voor het opladen van een accu in een voertuig is de aansluitvolgorde van de acculader als volgt:
Sluit de DC-kabel aan op de accu-aansluitklem die niet op het chassis is aangesloten
Sluit de resterende DC-kabel aan op het chassis, uit de buurt van de accu en eventuele brandstofleidingen/bronnen
Sluit de voedingskabel aan op een stopcontact
Na het opladen, loskoppelen in omgekeerde volgorde van het aansluiten
AC-aansluiting voor netvoeding
De AC-aansluiting op het elektriciteitsnet moet in overeenstemming zijn met de plaatselijke voorschriften inzake elektriciteit.
Gebruik de acculader niet wanneer de AC-stroomkabel beschadigd is; neem contact op met een dealer.
Installatie van de acculader
Raadpleeg de instructies en specificaties van de fabrikant van de accu om zeker te zijn dat de accu en deze lader samen gebruikt kunnen wordenen bevestig de aanbevolen laadinstellingen.
De standaard laadvoorinstelling (“Normale” modus), gecombineerd met de adaptieve laadlogica, is geschikt voor de meest gangbare accutypen, zoals natte loodzuuraccu's, AGM en gel.
Selectie van de “Li-ion” laadmodus en geavanceerde configuratie met door de gebruiker gedefinieerde instellingen is mogelijk met behulp van de VictronConnect app en een Bluetooth-apparaat (zoals een mobiele telefoon of tablet).