Skip to main content

Inverter Smart Handleiding

5. Bediening

In deze sectie:

5.1. Omvormer

De omvormer kan op de volgende manieren worden ingeschakeld:

  • Drukknop aan de voorkant.

  • Hoofdschakelaar aan de onderkant van het apparaat (alleen 5 kVA-model).

  • De VictronConnect-app.

  • Remote aansluitklem met een draadlus.

  • Remote schakelaar aangesloten op de externe aansluitklem (optioneel).

  • Inverter Control VE.Direct-paneel aangesloten op de externe aansluitklem (optioneel).

  • Een GX-apparaat en het VRM-portal (optioneel).

5.1.1. Aan/Uit-knop

Wanneer de drukknop gebruik wordt om “ON” te activeren, is de omvormer volledig functioneel. De omvormer treedt in werking en het LED-lampje “omvormer” gaat branden. Door vervolgens op de drukknop te drukken, schakelt de omvormer binnen korte tijd tussen “ON”, “ECO” en “OFF”. Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld met behulp van de drukknop verbruikt de omvormer tijdens de slaapstand een minimale hoeveelheid stroom.

Houd er rekening mee dat wanneer de omvormer is uitgeschakeld via Bluetooth of de drukknop, deze niet via de bedrade VE.Direct-port aan- en uitgeschakeld kan worden.

5.1.2. Aan/uit-schakelaar (alleen 5 kVA)

Naast de drukknop aan de voorkant heeft het 5 kVA-model ook een aan/uit-schakelaar. Deze schakelaar zal, wanneer uitgeschakeld, de voedingsstroom volledig afsnijden.

De schakelaar bevindt zich rechtsonder op de omvormer, naast de kabelingangen van de accu.

5.1.3. ECO-modus

De omvormer kan naar de ECO-modus worden omgeschakeld met behulp van de VictronConnect-app of de drukknop aan de voorkant.

Wanneer de ECO-modus van de omvormer is geactiveerd, vermindert het het stroomverbruik als het onbelast is (in standby). De omvormer wordt automatisch uitgeschakeld zodra het detecteert dat er geen belasting is aangesloten. Vervolgens wordt het elke 3 seconden kort geactiveerd om een eventuele belasting te detecteren. Als het uitgangsvermogen het ingestelde niveau overschrijdt, blijft de omvormer ingeschakeld.

Raadpleeg hoofdstuk ECO-modus en ECO-instellingen voor meer informatie over de ECO-modus.

5.2. LED-definities en probleemoplossing

LED-paneel

LED-gedrag

Operationele modus

Probleemoplossing

Phoenix_inverter_Smart_-_LED_off.png

Alle LED's zijn uit.

De omvormer is uitgeschakeld, ofwel rechtstreeks of via de externe aan/uit-connector, of de omvormer krijgt geen stroom.

Om te controleren of de omvormer operationeel is, druk dan eenmaal op de “modus”-knop.

Indien niet operationeel, controleer dan het volgende:

  • Controleer de externe Aan/Uit-aansluiting. Zit de draadlus op zijn plaats of is de remote schakelaar of het remote paneel ingeschakeld?

  • Controleer de DC-kabelaansluitingen en externe zekeringen. Is er accuspanning bij de accu-aansluiting van de omvormer meetbaar?

Phoenix_inverter_Smart_-_LED_inverter_on.png

Het groene LED-lampje van de omvormer brandt.

De omvormer is ingeschakeld en operationeel.

nvt

PH_inverter_SMART_-_Green_LED_blink_Yellow_LED_on.png

Het groene LED-lampje van de omvormer knippert.

Het gele ECO LED-lampje brandt.

De omvormer bevindt zich in de ECO-modus en in de “zoeken”-status. Met andere woorden, de belasting van de omvormer is lager dan de instelling van het “ontwaak-vermogen”. De omvormer zendt met regelmatige tussenpozen een zoekpuls om te controleren of er een belasting is aangesloten of ingeschakeld.

Als de omvormer blijft in- en uitschakelen terwijl er een belasting is aangesloten, kan de belasting te klein zijn in vergelijking met de daadwerkelijke instellingen van de ECO-modus. Verhoog ofwel de belasting of wijzig de instelling van het “ontwaak-vermogen”

PH_inverter_SMART_-_Green_LED_on_Yellow_LED_on.png

Het groene LED-lampje van de omvormer brandt.

Het gele ECO LED-lampje brandt.

De omvormer bevindt zich in de ECO-modus en in de “omvormen”-status. Met andere woorden, de belasting van de omvormer is hoger dan de instelling “UItschakelvermogen” en voedt de belasting.

nvt

PH_inverter_SMART_-_Green_LED_blink_Red_LED_blink.png

Het groene LED-lampje van de omvormer knippert.

Het rode LED-alarmlampje knippert.

De omvormer is uitgeschakeld en er wordt een firmware-update uitgevoerd of een firmware-update is mislukt.

Probeer het uitvoeren van de firmware-update opnieuw als de firmware-update is mislukt.

PH_inverter_SMART_-_Green_LED_on_Red_LED_on.png

Het groene LED-lampje van de omvormer brandt.

Het rode LED-alarmlampje brandt.

Waarschuwing voor overbelasting.

De omvormer geeft aan dat de AC-belasting groter is dan het vermogen van de omvormer en dat als deze situatie aanhoudt, de omvormer uitgeschakeld zal worden als gevolg van een overbelasting alarm.

Verminder de AC-belasting

PH_inverter_SMART_-_Green_LED_blink_Red_LED_on.png

Het groene LED-lampje van de omvormer knippert met een snelle dubbele puls.

Het rode LED-alarmlampje brandt.

Alarm overbelasting.

De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een langdurige overbelasting en zal niet meer automatisch opnieuw opgestart worden.

Verwijder de oorzaak van de overbelasting en start de omvormer opnieuw door deze uit en aan te zetten.

Phoenix_inverter_Smart_-_LED_inverter_on_and_alarm_blink.png

Het groene LED-lampje van de omvormer brandt.

Het rode LED-alarmlampje knippert langzaam.

Waarschuwing voor te lage accuspanning.

De accuspanning is gedaald tot onder de “lage accuspanning alarm grens. Mocht de accuspanning verder dalen, zal de omvormer uitgeschakeld worden op basis van een “Alarm te lage accuspanningu”.

Laad de accu op en/of schakel de AC-belastingen uit. Controleer ook of alle accukabels goed zijn vastgedraaid. Hebben de accukabels de juiste dikte, is de accu vol en is de accu nog in goede staat?

Het groene LED-lampje van de omvormer brandt.

Het rode LED-alarmlampje knippert snel.

Waarschuwing voor te hoge accuspanning.

De accuspanning is te hoog. Mocht de accuspanning verder stijgen, zal de omvormer uitgeschakeld worden op basis van een “Alarm te hoge accuspanning”.

Verminder de DC-ingangsspanning, controleer of de accuspanning correct is en of de accubank correct is aangesloten. Controleer ook of er misschien defecte of verkeerde laders zijn of apparatuur met een defecte laadregelaar.

Het groene LED-lampje van de omvormer brandt.

Het rode LED-alarmlampje knippert met een snelle dubbele puls.

Waarschuwing hoge temperatuur.

De interne temperatuur is te hoog. Als de temperatuur verder stijgt, zal de omvormer uitgeschakeld worden op basis van een “Alarm te hoge temperatuur”.

Verlaag de AC-belasting en/of verplaats de omvormer naar een beter geventileerde ruimte.

Het groene LED-lampje van de omvormer brandt.

Het rode LED-alarmlampje knippert met een snelle enkele puls.

Waarschuwing hoge DC-rimpelspanning.

De DC-spanning heeft een te hoge rimpelspanning. Als de rimpelspanning verder stijgt, zal de omvormer uitgeschakeld worden op basis van een “Alarm te hoge DC-rimpelspanning”.

Controleer of alle accukabels goed zijn vastgedraaid. Hebben de accukabels de juiste dikte? Een DC-rimpel is gerelateerd aan een spanningsdaling in de accukabels. Raadpleeg het boek Wiring Unlimited voor meer informatie over DC-rimpels en hoe ze voorkomen kunnen worden.

Phoenix_inverter_Smart_-_LED_inverter_blink_and_alarm_blink.png

Het groene LED-lampje van de omvormer knippert met een snelle dubbele puls.

Het rode LED-alarmlampje knippert langzaam.

Alarm te lage accuspanning.

De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een te lage accuspanning.

Om de omvormer opnieuw op te starten, laad dan de accu op of zet de omvormer uit en vervolgens weer aan.

Controleer de accuspanning op de accu-aansluitklemmen van de omvormer. Controleer ook de DC-zekeringen, kabels en kabelverbindingen

Raadpleeg hoofdstuk Beschermingen en automatisch opnieuw opgestart. voor meer informatie.

Het groene LED-lampje van de omvormer knippert met een snelle dubbele puls.

Het rode LED-alarmlampje knippert snel.

Alarm hoge accuspanning.

De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een te hoge accuspanning.

Verminder de DC-ingangsspanning, controleer of de accuspanning correct is en of de accubank correct is aangesloten. Controleer ook of er misschien defecte of verkeerde laders zijn of apparatuur met een defecte laadregelaar.

De omvormer wordt automatisch geactiveerd wanneer de accuspanning tot een acceptabel niveau is gedaald.

Raadpleeg hoofdstuk Beschermingen en automatisch opnieuw opgestart. voor meer informatie.

Het groene LED-lampje van de omvormer knippert met een snelle dubbele puls.

Het rode LED-alarmlampje knippert met een snelle dubbele puls.

Alarm hoge temperatuur.

De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een te hoge temperatuur.

Wacht tot de omvormer is afgekoeld.

De omvormer wordt automatisch geactiveerd wanneer de interne temperatuur tot een acceptabel niveau is gedaald.

Controleer de omgeving van de omvormer: kan de ventilatie verbeterd worden, of kan de omvormer naar een koelere locatie verplaatst worden?

Raadpleeg hoofdstuk Beschermingen en automatisch opnieuw opgestart. voor meer informatie.

Het groene LED-lampje van de omvormer knippert met een snelle dubbele puls.

Het rode LED-alarmlampje knippert met een snelle enkele puls.

Alarm DC-rimpel.

De omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een te hoge DC-rimpel.

Controleer of alle accukabels goed zijn vastgedraaid. Hebben de accukabels de juiste dikte? Een DC-rimpel is gerelateerd aan een spanningsdaling in de accukabels. Raadpleeg het boek Wiring Unlimited voor meer informatie over DC-rimpels en hoe ze voorkomen kunnen worden.

Om de omvormer opnieuw op te starten, zet dan de omvormer uit en vervolgens weer aan.

Raadpleeg hoofdstuk Beschermingen en automatisch opnieuw opgestart. voor meer informatie.

5.3. Beschermingen en automatisch opnieuw opgestart.

Overbelasting

Sommige belastingen, zoals motoren of pompen, trekken grote inschakelstromen bij het opstarten. In dergelijke omstandigheden is het mogelijk dat de opstartstroom het uitschakelniveau voor te hoge stroom van de omvormer overschrijdt. In dit geval zal de AC-uitgangsspanning snel afnemen om de uitgangsstroom van de omvormer te beperken. Als het te hoge stroom-uitschakelniveau voortdurend wordt overschreden, wordt de omvormer uitgeschakeld, en vervolgens na 30 seconden opnieuw gestart.

Na 3 keer opnieuw opgestart te zijn, gevolgd door een nieuwe overbelasting binnen 30 seconden, zal de omvormer uitschakelen en uitgeschakeld blijven. De LED's zullen aangeven dat de uitschakeling het gevolg is van een overbelasting. Om de omvormer opnieuw op te starten, zet dan de omvormer uit en vervolgens weer aan.

Te lage accuspanning (instelbaar)

De omvormer wordt uitgeschakeld wanneer de DC-ingangsspanning onder de parameter “Uitschakeling te lage accuspanning” daalt. De LED's zullen aangeven dat de uitschakeling het gevolg is van te lage accuspanning. De omvormer zal automatisch opnieuw starten, na een minimale vertraging van 30 seconden, wanneer de accuspanning is gestegen tot boven de parameter “Opnieuw starten te lage accuspanning”.

Na drie keer opnieuw gestart te zijn, gevolgd door een nieuwe te lage accuspanning binnen 30 seconden, zal de omvormer uitschakelen en uitgeschakeld blijven. De LED's zullen aangeven dat de uitschakeling het gevolg is van een te lage accuspanning. Om de omvormer opnieuw op te starten, zet u de omvormer uit en vervolgens weer aan. Of laad de accu opnieuw op. De omvormer zal automatisch opnieuw starten wanneer de accuspanning is gestegen gedurende een periode van minimaal 30 seconden, tot boven de parameter “Laaddetectie”.

Raadpleeg het hoofdstuk Technische specificaties voor standaard niveaus voor het uitschakelen en opnieuw opstarten als gevolg van een te lage accuspanning. De niveaus kunnen worden aangepast met behulp van de VictronConnect-app.

Er kan ook een dynamische uitschakeling bij een te lage accuspanning worden geïmplementeerd. Raadpleeg voor meer informatie hoofdstuk Dynamische uitschakeling.

Hoge accuspanning

De omvormer schakelt uit als de DC-ingangsspanning te hoog is. De LED's zullen aangeven dat de uitschakeling het gevolg is van een te hoge accuspanning. De omvormer wacht eerst 30 seconden en gaat pas weer in bedrijf als de accuspanning tot een acceptabel niveau is gedaald.

Controleer op defecte acculaders, dynamo's of zonneladers die op de accu zijn aangesloten.

Hoge temperatuur

De omvormer schakelt uit als er een te hoge interne temperatuur wordt gedetecteerd. De LED's zullen aangeven dat de uitschakeling het gevolg is van een te hoge temperatuur. De omvormer wacht eerst 30 seconden en gaat pas weer in bedrijf als de temperatuur tot een acceptabel niveau is gedaald.

Een alarm voor een te hoge temperatuur wordt over het algemeen veroorzaakt door een te hoge omgevingstemperatuur, vaak in combinatie met een hoge omvormer belasting. Controleer of de ruimte waarin de omvormer wordt gebruikt goed geventileerd en misschien zelfs geklimatiseerd is.

Hoge DC-rimpel

De omvormer schakelt zichzelf uit als er een te hoge DC-rimpel gedetecteerd wordt. De LED's zullen aangeven dat de uitschakeling het gevolg is van een te hoge DC-rimpel. De omvormer wacht 30 seconden en wordt vervolgens weer operationeel. Als de DC-rimpelspanning na 3 keer opnieuw opstarten nog steeds te hoog is, zal de omvormer uitschakelen en geen nieuwe poging doen. Om de omvormer opnieuw op te starten, zet dan de omvormer uit en vervolgens weer aan.

Een hoge DC-rimpel wordt meestal veroorzaakt door losse DC-kabelverbindingen en/of een te dunne DC-bedrading. Controleer de bedrading tussen de accu en de omvormer om rimpel alarmen op te lossen of te voorkomen. Controleer of de bedrading de aanbevolen dikte heeft, of alle aansluitingen goed zijn vastgedraaid en of de zekeringen en accu-isolatoren goed werken. Raadpleeg het boek Wiring Unlimited voor meer informatie over DC-rimpels.

Een continue hoge DC-rimpel vermindert de levensduur van de omvormer.

5.4. Bewaking via VictronConnect

De omvormer kan bewaakt worden met behulp van de VictronConnect-app.

PH_inverter_SMART_-_VictronConnect_main_screen.png

VictronConnect-app.

Raadpleeg voor informatie over het aansluiten hoofdstuk De VictronConnect-app en/of de VictronConnect-handleiding die beschikbaar is op de informatiepagina van de VictronConnect-app.

De VictronConnect-app zal de volgende informatie weergeven:

  • Omvormer belasting in VA.

  • AC-uitgangsspanning

  • Accuspanning.

  • Operationele staat.

  • Status programmeerbaar relais.

  • Waarschuwings- of alarmberichten *.

  • Zonnestroom **.

*) Houd er rekening mee dat de app niet in de achtergrond actief is. Dit betekent dat de app geen alarmen of waarschuwingen naar een telefoon zal sturen, tenzij de app op de voorgrond actief is.

5.5. Bewaking via een GX-apparaat, GlobalLink en het VRM-portal

De omvormer kan worden aangesloten op een GX-apparaat, zoals een Cerbo GX of een Color Control GX. Wanneer aangesloten, zal het GX-apparaat de omvormer weergeven op het systeemoverzichtsscherm en de apparatenlijst. Het GX-apparaat zal ook een bericht weergeven in geval van een waarschuwing of alarm van de omvormer.

PH_inverter_-_GX_device_screens.png

Voorbeeld van GX-schermen van links naar rechts: systeemscherm, scherm omvormerapparaat en een alarmmelding.

Als het GX-apparaat verbonden is met het internet, kan de omvormer op afstand worden bewaakt via het VRM-portal. Raadpleeg voor meer informatie over het VRM-portal, de informatiepagina VRM - Bewaking op afstand.

De omvormer kan ook worden aangesloten op een GlobalLink 520, en vervolgens op afstand worden bewaakt via het VRM-portal.