4. Configuratie
De omvormer is klaar voor gebruik met de standaard fabrieksinstellingen (zie hoofdstuk Technische specificaties).
De omvormer kan worden geconfigureerd met behulp van de VictronConnect-app. Maak verbinding met een smartphone of tablet via Bluetooth of met behulp van een computer via USB en een VE.Direct naar USB-interface).
Waarschuwing
De instellingen mogen alleen worden gewijzigd door een gekwalificeerde monteur.
Lees de instructies aandachtig door voordat u wijzigingen aanbrengt.
4.1. AC-uitgangsspanning en -frequentie
De omvormer is standaard ingesteld op 230 VAC.
De AC-uitgangsspanning en -frequentie kan op een andere waarde worden ingesteld volgens de onderstaande tabel.
Model | Bereik AC-uitgangsspanning | Frequentiebereik |
---|---|---|
230 VAC-modellen | Tussen 210 VAC en 245 VAC | 50 Hz of 60 Hz |
4.2. ECO-modus en ECO-instellingen
De omvormer is uitgerust met een ECO-modus. De ECO-modus wordt geactiveerd met behulp van de VictronConnect-app, de hoofdschakelaar of drukknop van de omvormer (afhankelijk van het model van de omvormer).
Wanneer de ECO-modus van de omvormer geactiveerd is, zal het het stroomverbruik van de omvormer met ongeveer 85 % gereduceerd worden wanneer er geen belasting op de omvormer is aangesloten.
Wanneer de ECO-modus van de omvormer geactiveerd is, zal de omvormer overschakelen naar de zoekstatus wanneer er geen belasting of een zeer lage belasting is. Tijdens de zoekstatus is de omvormer uitgeschakeld maar zal het elke 3 seconden gedurende een korte periode (instelbaar) geactiveerd worden. Als de omvormer een bepaalde belasting (instelbaar) detecteert, schakelt de omvormer terug naar de normale bedrijfsmodus. Zodra de belasting onder een bepaald niveau zakt, schakelt de omvormer terug naar de ECO-modus.
De onderstaande tabel geeft de standaard instellingen en het instelbereik van de ECO-parameters weer:
Parameter | Standaardwaarde | Bereik |
---|---|---|
Ontwaakvermogen | 60 VA | 0 VA - classificatie omvormer |
Uitschakelvermogen | 50 VA | 0 VA - classificatie omvormer |
Zoekinterval in ECO-modus | 3s | 0 - 64 s |
Zoektijd in ECO-modus | 0,16 s | 0,08 - 5,00 s |
Opmerking
Houd er rekening mee dat de vereiste instellingen voor de ECO-modus sterk afhankelijk zijn van het type belasting: inductief, capacitief, niet-lineair. Aanpassingen voor specifieke belastingen kunnen nodig zijn.
4.3. Alarm voor eente lage accuspanning en instellingen voor laaddetectie
De omvormer heeft twee verschillende soorten uitschakelmodi bij eente lage accuspanning:
Uitschakeling bij een te lage accuspanning op basis van de accuspanning. Dit is de “uitschakeling bij een te lage accuspanning.
Uitschakeling bij te lage accuspanning gebaseerd op de accuspanning als functie van de acculading. Deze modus is standaard uitgeschakeld. Raadpleeg hoofdstuk Dynamische uitschakeling voor meer informatie .
Nadat de omvormer is uitgeschakeld als gevolg van een te lage accu spanninmg (ongeacht de modus):
De omvormer zal opnieuw opstarten zodra de accuspanning gestegen is tot boven het niveau “Alarm te lage accuspanning en opnieuw opstarten”.
De omvormer zal het alarm voor te lage accuspanning wissen zodra het detecteert dat de accu wordt opgeladen. Dit is de “laaddetectie”-spanning.
Accuspanning | Uitschakeling te lage accuspanning | Alarm te lage accuspanning en opnieuw opstarten | Laaddetectie |
---|---|---|---|
12 V | Standaard: 9,3 V Bereik: 0-100 V | Standaard: 10,9 V Bereik: 0-100 V | Standaard: 14 V Bereik: 0-100 V |
24 V | Standaard: 18,6 V Bereik: 0-100 V | Standaard: 21,8 V Bereik: 0-100 V | Standaard: 28,0 V Bereik: 0-100 V |
48 V | Standaard: 37,2 V Bereik: 0-100 V | Standaard: 36,6 V Bereik: 0-100 V | Standaard: 56,0 V Bereik: 0-100 V |
4.3.1. Dynamische uitschakeling
De “Dynamische uitschakeling”-functie maakt de uitschakelbeveiliging bij een lage accuspanning een functie van de accustroom die uit de accu wordt getrokken in verhouding tot de accuspanning.
Wanneer er een hoge stroom uit de accu wordt getrokken, wordt een lagere drempel voor de uitschakelingspanning gebruikt, bijvoorbeeld 10 V. En net zo, wanneer de accu slechts langzaam wordt ontladen, wordt een hoge uitschakelspanning gebruikt, bijvoorbeeld 11,5 V.
Op deze manier wordt een spanningsval veroorzaakt door de interne weerstand in de accu gecompenseerd zodat de accuspanning een veel betrouwbaardere parameter wordt om te beslissen wanneer gestopt moet worden met de accu te ontladen.
De “Dynamische uitschakeling”-functie is vooral handig voor accu's met een hoge interne weerstand, zoals OPzV- en OPzS-accu's. Het is wat minder relevant voor GEL- en AGM-accu's en misschien zelfs niet relevant voor lithium-accu's. De onderstaande grafiek toont de ontladingsverhouding versus de accuspanningscurve voor de verschillende accu types. De lithiumcurve (LiFePO4) is bijna vlak in vergelijking met de OPzV- en OPzS-curve.
De curve kan worden aangepast in de VictronConnect-app.
Belangrijk
Gebruik de “Dynamische uitschakeling”-functie niet in bij een installatie waarop ook andere belastingen op dezelfde accu zijn aangesloten. In deze systemen kan de accuspanning dalen vanwege andere belastingen die op de accu zijn aangesloten. Het algoritme voor de dynamische uitschakeling in de omvormer kan geen rekening houden met die andere belastingen en zal de omvormer te vroeg uitschakelen met een te lage spanning alarm.
VictronConnect-instellingen
De “Dynamische uitschakeling”-functie is standaard uitgeschakeld.
Schakel de “Dynamische uitschakeling”-functie in om deze te gebruiken en te configureren.
Selecteer het type accu. Keuze uit: OPzV/OPzS, GEL/AGM, LiFePO4 of op maat gemaakt.
Voer de capaciteit van de accu in.
Vul de spanning voor de verschillende ontlaadstromen in. Deze waarden zijn al ingesteld op de generieke spanningen die horen bij het specifieke accutype dat eerder is geselecteerd. Wijzig deze instellingen alleen als ze moeten worden aangepast en u weet wat u doet, of in het geval dat er een op maat gemaakte accu wordt gebruikt.
4.4. Programmeerbaar relais
De omvormers zijn uitgerust met een multifunctioneel relais dat standaard is geprogrammeerd in de normale bedrijfsmodus. De verschillende relaismodi kunnen als volgt worden samengevat:
Omvormer (standaardinstelling)
Relais gesloten tijdens normale werking en geopend wanneer de omvormer zichzelf als gevolg van een alarm heeft uitgeschakeld, of wanneer het is uitgeschakeld door een gebruiker. Het wordt (natuurlijk) geopend wanneer er geen stroom beschikbaar is op de klemmen, d.w.z. wanneer de accu is losgekoppeld. In de ECO-modus is het relais gesloten zowel tijdens het zoeken naar een belasting als wanneer het volledig is ingeschakeld, d.w.z. een lading gedetecteerd. Gebruik deze optie als u wilt dat het relais aangeeft dat er stroom beschikbaar is op de uitgang van de omvormer.
Alarm
Zoals hierboven, maar dan gaat het relais ook open als er een waarschuwing gegeven is. Bijvoorbeeld omdat de accuspanning gedaald is tot de uitschakel waarde, of wanneer de belasting tot het punt komt waarop deze door overbelasting bijna uitvalt. In de ECO-modus is het relais gesloten zowel tijdens het zoeken (geen belasting) als wanneer het volledig ingeschakeld is (lading gedetecteerd), behalve als er een waarschuwing gegeven is.
Gebruik deze optie als u wilt dat het relais aangeeft dat het tijd is om iets te doen (accu opladen, belasting verminderen enz.) om een stroomstoring te voorkomen.
Lage accuspanning
Relais aan tijdens normale werking. Het relais wordt uitgeschakeld zodra er een waarschuwing voor eente lage accuspanning wordt gegeven. Het relais blijft uitgeschakeld als de omvormer wordt uitgeschakeld vanwege een lage spanning, en schakelt pas weer in als de omvormer operationeel is en de accuspanning hoger is dan het vooringestelde resetniveau voor het alarm. Gebruik deze optie voor belasting afschakeling of om automatisch een aggregaat te starten. Houd er rekening mee dat dit alleen kan worden beschouwd als een eenvoudige en goedkope methode voor het starten/stoppen van een aggregaat. Raadpleeg voor meer en betere opties de documentatie over starten/stoppen van het aggregaat.
Ventilator
Het relais is uitgeschakeld, tenzij de ventilator in de omvormer ingeschakeld is. Gebruik deze optie om naar een externe ventilator om te schakelen, voor situaties waarin de omvormer zich in een kleine afgesloten ruimte bevindt.
Uit
Deze optie zet het relais in de OPEN-stand. Gebruik deze optie als u niet van plan bent om de relaisfunctie te gebruiken.
4.5. Firmware-update
De firmware kan worden bijgewerkt in de product instellingen van de omvormer:
Navigeer naar de instellingen van de omvormer door rechtsboven op het tandwieltje te klikken.
Klik rechtsboven op de 3 stippen .
Selecteer “Productinstellingen” in het menu.
Het firmware gedeelte toont de firmware-versie en een knop om een firmware-update uit te voeren.
4.6. Instellingen naar standaard terugzetten
De instellingen van de omvormer kunnen op de volgende manier naar de standaard instellingen worden teruggezet:
Navigeer naar de instellingen van de omvormer door rechtsboven op het tandwieltje te klikken.
Klik rechtsboven op de 3 stippen .
Selecteer in het menu “Naar standaard resetten” en de instellingen worden teruggezet naar de standaardinstellingen.