Skip to main content

Inverter Smart Handleiding

7. Bijlage

In deze sectie:

7.1. Overzicht aansluitingen

image_not_available.svg

Aansluitingen 1600 VA-model

Phoenix_Inverter_12V_2000VA_Smart__connections_.png

Aansluitingen 2000 VA-model

Phoenix_inverter_Smart_12-3000VA-13__conn_.png

Aansluitingen 3000 VA-model

Phoenix_Inverter_Smart_24V_5000VA__bottom_conn_.png

Aansluitingen 5000 VA-model

#

Connector

Namen aansluitklem

A

AC-uitgang

L (fase), N (nul) en PE (aarde).

B

Accu

+ (positief), - (negatief)

C

Alarm (programmeerbare relais)

NO, COM, NC

D

Op afstand

H, L

E

VE.Direct

VE.Direct

7.2. Installatie-informatie bufferaarde 1600 VA- en 2000 VA-modellen

Aardingsdraad “G” verbindt de uitgangsnul met aarde. Het moet opnieuw worden gepositioneerd naar een “dummy”-aansluiting als een zwevende-uitgang vereist is.  

Wanneer een zwevende uitgang wordt verkregen, kan de huidige uitlezing bij nullast een afwijking van ongeveer 100 - 50 mA laten zien. Pas ook op dat een GFCI (of RCCB) niet correct zal functioneren.

Install_info_1600VA_2000VA.png

7.3. Installatie-informatie bufferaarde 3000 VA- en 5000 VA-modellen

Aardingsdraad “G” verbindt de uitgangsnul met aarde. Het moet opnieuw worden gepositioneerd naar een “dummy”-aansluiting als eenzwevende-uitgang vereist is.  

Wanneer een zwevende uitgang wordt verkregen, kan de huidige uitlezing bij nullast een afwijking van ongeveer 100 - 150 mA laten zien. Pas ook op dat een GFCI (of RCCB) niet correct zal functioneren.

Install_info_3000VA_000VA.png

7.4. Afmetingen 1600 VA en 2000 VA-model

Inverter_Smart_1600VA___2000VA_onwards_SN_HQ24xx.pdf
Inverter_Smart_1600VA___2000VA_till_and_included_SN_HQ23xx.pdf

7.5. Afmetingen 3000 VA-model (12 V)

Phoenix_Inverter_12V_3000VA_Smart.pdf

7.6. Afmetingen 3000 VA-model (24 V, 48 V)

Phoenix_Inverter_24V-48V_3000VA_Smart.pdf

7.7. Afmetingen 5000 VA-model

Phoenix_Inverter_24V-48V_5000VA_Smart.pdf
Inverter_Smart_48V_5000VA__zonder_Phoenix.pdf