3. Controle en aanpassing
Wanneer de acculader correct is geïnstalleerd, moet de acculader zo zijn ingesteld dat deze geschikt is voor de aangesloten accu.
Om de acculader in te stellen, schakelt u de netstroom in en gaat u naar het instellingenmenu door drie seconden op “SETUP” te drukken.
De acculader gaat in een standby-modus (er wordt geen stroom op de accu-aansluitklemmen toegepast) en de gebruiker kan het apparaat dienovereenkomstig instellen.
Zie de volgende tabel voor alle mogelijke aanpassingen.
3.1. Monitormenu
Het monitormenu is zichtbaar wanneer de acculader wordt ingeschakeld.
De volgende tabel toont de opeenvolgende regels wanneer u door het menu scrolt met de omhoog- en omlaagtoetsen:
Weergegeven informatie | Pictogrammen | Segmenten | Eenheden | ||
---|---|---|---|---|---|
Accuspanning/-stroom |
| A | |||
Accuspanning |
| V | |||
Acculaadstroom |
| A | |||
Accutemperatuur *1 |
| °C/°F | |||
Netstroom |
| A | |||
Accuspanning uit 1*2 |
| V | |||
Acculaadstroom uit 1*2 |
| A | |||
Accuspanning uit 2*2 |
| V | |||
Acculaadstroom uit 2*2 |
| A | |||
Accuspanning uit 3*2 |
| V | |||
Acculaadstroom uit 3*2 |
| A | |||
Waarschuwingsbericht *3 *4 |
| ||||
Foutbericht *3 *4 |
| ||||
BMS-werking *3 |
|
*1 Er wordt een geldige temperatuur getoond. “—” betekent geen sensorinformatie en “Err” betekent ongeldige sensorgegevens.
*2 Het nummer van het uitgangskanaal wordt in het eerste segment getoond; alleen zichtbaar in een model met drie uitgangen.
*3 Deze items zijn alleen zichtbaar als ze relevant zijn.
*4 Na een korte vertraging wordt een scrollbare tekst getoond met de foutbeschrijving.
Met de omhoog- en omlaagtoetsen kan de gebruiker door het monitormenu scrollen.
Als u gedurende drie seconden de omhoog- of omlaagtoets ingedrukt houdt, wordt de automatische scrollmodus gestart: alle items van de monitormenu worden gedurende 5 seconden weergegeven.
De automatische scrollmodus kan worden afgesloten door één keer op omhoog of omlaag te drukken.
3.2. Instellingenmenu
Het instellingenmenu kan worden geopend door gedurende drie seconden op “SETUP” te drukken.
Scrollbare tekst | Pictogrammen | Segmenten | Eenheden | Functie of parameter | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
| Aan/uit-schakelaar | ||||||
|
| A | Maximale laadstroom | |||||
|
| V | Systeemspanning (alleen-lezen) | |||||
|
| Type | Laadalgoritme | |||||
|
| V | Absorptievermogen | |||||
|
| V | Druppellaadspanning | |||||
|
| V | Egalisatiespanning | |||||
|
| Automatische egalisatie | ||||||
|
| Handmatige egalisatie | ||||||
|
| Relaisfunctie | ||||||
|
| V | Alarm bij lage accuspanning instellen | |||||
|
| V | Alarm bij lage accuspanning wissen | |||||
|
| V | Alarm voor hoge accuspanning instellen | |||||
|
| V | Alarm bij hoge accuspanning wissen | |||||
|
| Relais minimale tijd gesloten (minuten) | ||||||
|
| Adaptieve modus | ||||||
|
| °C mV | Accutemperatuurcompensatie per cel | |||||
|
| A | Bulktijdbeveiliging | |||||
|
| h | Absorptietijd | |||||
|
| Opslagmodus | ||||||
|
| h | Maximale druppellaadtijd | |||||
|
| h | Herhaalde absorptietijd | |||||
|
| Dag | Herhaalde absorptieperiode | |||||
|
| °C | Lagere laadstroom onder deze temperatuur (voor item 29) | |||||
|
| A | Max. laadstroom onder de lage temperatuurdrempel (item 28) | |||||
|
| Toezichtfunctie (opstarten in opslag als accuspanning >13 V) | ||||||
|
| BMS aanwezig | ||||||
|
| V | Voedingsspanning | |||||
|
| A | Ingangsstroomlimiet | |||||
|
| De intensiteit van de achtergrondverlichting | ||||||
|
| Achtergrondverlichting schakelt na 60 sec. automatisch uit | ||||||
|
| Tekstscrollsnelheid | ||||||
|
| Zoemer | ||||||
|
| VE.Can-netwerkadres | ||||||
|
| VE.Can-apparaatinstantie | ||||||
|
| Softwareversie | ||||||
|
| Systeem resetten naar standaardinstellingen | ||||||
|
| Vergrendelinstellingen | ||||||
|
| Temperatuureenheid °C/°F |
Na het openen van het instellingenmenu kan de gebruiker door het menu scrollen met de omhoog- en omlaagtoetsen.
Als een menu-item wordt ingevoerd met Select, wordt de huidige waarde wordt getoond. Met de omhoog- en omlaagtoetsen kan de gebruiker door de beschikbare modi scrollen of de waarde verhogen/verlagen.
Door nogmaals op Select te drukken wordt de waarde/item ingesteld.
Door kort op Setup te drukken gaat u terug naar het instellingenmenu.
Wanneer de installatie is voltooid, verlaat u het menu door drie seconden opnieuw op “SETUP” te drukken.
3.3. Accuselectie
Het laadalgoritme van de acculader aangepast worden aan het accutype dat op de acculader is aangesloten. In de volgende tabel worden alle vooraf gedefinieerde accutypen weergegeven die beschikbaar zijn in het keuzemenu van het laadalgoritme.
# | Omschrijving | Type eenheid | Absorptie V | Druppelladen V | Opslag V | Egalisatie Max V @% van Inom | dV/dT mV/°C |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Gel Victron long life (OPzV) Gel exide A600 (OpzV) Gel MK | 12 V | 14.1 | 13.8 | 13.2 | 15,9 @ 6 % max 1 uur | -16 |
24 V | 28.2 | 27.6 | 26.4 | 31,8 @ 6 % max 1 uur | 32 | ||
2 | Standaardinstelling Gel Victron diepe ontlading, Gel Exide A200 AGM Victron diepe ontlading Stationaire buisplaat (OPzS) Rolls Marine (natte accu), Rolls Solar (natte accu) | 12 V | 14.4 | 13.8 | 13.2 | 15,9 @ 6 % max 1 uur | -16 |
24 V | 28.8 | 27.6 | 26.4 | 31,8 @ 6 % max 1 uur | -32 | ||
3 | AGM-Spiraalcel Rolls AGM | 12 V | 14.7 | 13.8 | 13.2 | 15,9 @ 6 % max 1 uur | -16 |
24 V | 29.4 | 27.6 | 26.4 | 31,8 @ 6 % max 1 uur | -32 | ||
4 | PzS buisvormige plaat tractieaccu's of OPzS-accu's in cyclische modus 1 | 12 V | 14.1 | 13.8 | 13.2 | 15,9 @ 6 % max 4 uur | -16 |
24 V | 28.2 | 27.6 | 26.4 | 31,8 @ 6 % max 4 uur | -32 | ||
5 | PzS buisvormige plaat tractieaccu's of OPzS-accu's in cyclische modus 2 | 12 V | 14.4 | 13.8 | 26.4 | 15,9 @ 6 % max 4 uur | -16 |
24 V | 28.8 | 27.6 | 13.2 | 31,8 @ 6 % max 4 uur | -32 | ||
6 | PzS buisvormige plaat tractieaccu's of OPzS-accu's in cyclische modus 3 | 12 V | 15 | 13.8 | 13.2 | 15,9 @ 6 % max 4 uur | -16 |
24 V | 30 | 27.6 | 26.4 | 31,8 @ 6 % max 4 uur | -32 | ||
7 | Lithium-ijzerfosfaat (LiFePO4)-accu's | 12 V | 14.2 | nvt | 13.50 | nvt | 0 |
24 V | 28.4 | nvt | 26.7 | nvt | 0 | ||
8 | Instelbaar: maximale laadstroom en absorptie-, druppellaad-, opslag- en egalisatiespanningen kunnen worden gewijzigd in het instellingenmenu | 12 V | Aanp. | Aanp. | Aanp. | Aanp. @ 6 % max 4 uur | Aanp. |
24 V | Aanp. | Aanp. | Aanp. | Aanp. @ 6 % max 4 uur | Aanp. | ||
9 | Stroomvoorzieningsmodus | 12 V | 12.0 | nvt | nvt | nvt | 0 |
24 V | 24.0 | nvt | nvt | nvt | 0 |
3.4. Stroomvoorzieningsmodus
De acculader kan worden ingesteld om te werken als een DC-voeding.
In deze modus functioneert de acculader als een constante spanningsbron:
een instelbare uitgangsspanning van 8,0 tot 15,9 V (type 12 V) resp. 16,0 tot 31,8 Volt (type 24 V)
een maximale uitgangsstroom van 60 A (type 12 V) resp. 30 A (type 24 V).
3.5. Temperatuurcompensatie (dV/dT)
De temperatuursensor moet worden aangesloten op de plus- of minpool van de accu.
De temperatuurcompensatie is een vaste instelling. Zie tabel en Afb. 4, en geldt voor alle laadtoestanden.
De temperatuursensor moet worden geïnstalleerd wanneer:
De omgevingstemperatuur van de accu zal naar verwachting regelmatig lager zijn dan 15 °C of regelmatig hoger zijn dan 30 °C
laadstroom overschrijdt 15 A per 100 Ah accucapaciteit
Temperatuurcompensatie is niet vereist voor Li-ionaccu's.
3.6. Power Control — maximaal gebruik van beperkte walstroom
Een maximale netstroom kan worden ingesteld om het springen van een externe zekering in de netvoeding te voorkomen.