8. Achterwaartse compatibiliteit met oudere pre-VE.Bus eenheden
Het bedieningspaneel is achterwaarts compatibel met oudere (pre-VE.Bus) omvormer/acculaders met firmware-versies 15xxyyy, 17xxyyy en 18xxyyy. De omschakeling van pre-VE.Bus naar VE.Bus vond plaats van eind 2007 tot midden 2008.
Voor pre-VE.Bus systemen gaan de bedieningspaneelwerking en installatie op één lijn met de handleiding, behalve dat het bedieningspaneel niet automatisch aanpast aan het systeem. De standaard instelling is voor een autonome omvormer/acculader met een 16 A omschakelautomaat, maar als een verschillende AC-omschakelautomaat geldt, dan moet Schaalfactor aangepast worden.
8.1. Systeemvoorbeelden pre-VE.Bus
Pre-VE.Bus-systeem met 1 AC-bron:
Het bedieningspaneel moet geschaald worden (overeenkomend met het systeem) als het gebruikt wordt met pre-VE.Bus systemen. Dit kan uitgevoerd worden door het wijzigen van de “schaalfactor”-parameter. Raadpleeg voor instructies het Schaalfactor hoofdstuk.
Eens het schalen accuraat ingesteld werd, ga dan verder met het instellen van andere relevante parameters. Raadpleeg voor instructies het Configuratie hoofdstuk.
Pre-VE.Bus-systeem met 2 AC-bronnen:
Voor een pre-VE.Bus systeem met 2 AC-bronnen is een externe omschakelautomaat (VE-omschakelautomaat) essentieel.
Het bedieningspaneel moet geschaald worden (overeenkomend met het systeem) als het gebruikt wordt met pre-VE.Bus systemen. Dit kan uitgevoerd worden door het wijzigen van de “schaalfactor”-parameter. Raadpleeg voor instructies het Schaalfactor hoofdstuk.
Volg, eens de schaalfactor ingesteld is, het installatieproces dat gelijkaardig is aan het gebruik van een VE.Bus-systeem met een externe omschakelautomaat. Raadpleeg het MultiPlus systeem met 2 AC-bronnen en omschakelautomaat hoofdstuk voor instructies.
8.2. Configuratie
Instelling is hetzelfde zoals beschreven in deze handleiding, met die uitzondering dat een schaalfactor ingesteld moet worden.
Raadpleeg de volgende paragraaf om de schaalfactor in te stellen en raadpleeg voor instelling van de resterende parameters het Configuratie hoofdstuk
8.2.1. Pre-VE.Bus schaalfactor
Let op
Deze parameter geldt alleen voor pre-VE.Bus systemen. Laat het in de standaard waarde van 1 voor VE.Bus-systemen.
De schaalfactor legt de AC-stroom van het bedieningspaneel op één lijn met de AC-stroom van het systeem en is exclusief voor pre-VE.Bus omvormer/acculaders.
Start met het berekenen van de schaalfactor, zoals aangegeven in dit hoofdstuk. Ga vervolgens verder met het instellen van de schaalfactor. Raadpleeg, voor begeleiding over instelling, het Instellingenmenu hoofdstuk.
Schaalfactor = (AantalApparaten * ApparaatType) - 1
Apparaattype: 1 = 16 A eenheid, 2 = 30 A eenheid.
AantalApparaten: alle eenheden, inclusief de master eenheid.
Een 16 A-eenheid: Schaalfactor is: (1 * 1) – 1 = 0
Twee 30 A-eenheden parallel geschakeld: Schaalfactor is: (2 * 2) – 1 = 3
Vier 30 A-eenheden parallel geschakeld: Schaalfactor is: (4 * 2) – 1 = 7
Zes 30 A-eenheden in 3-fasen (2 parallel geschakelde eenheden per fase): Schaalfactor is: (2 * 2) – 1 = 3
Bij het instellen van een niet-nul schaalfactor in het bedieningspaneel, specificeer dan niet het aantal slaven in de VEConfigure-software. Stel de slaaftelling in plaats hiervan in op nul.
In een split-fase of 3-fasen instelling reflecteert het AantalApparaten het aantal apparaten per fase Dus voor een 3-fasen systeem, bestaande uit 6 eenheden (2 per fase), is het AantalApparaten 2.
8.2.2. Instellingsvoorbeeld pre-VE.Bus
Voor deze instelling moet de schaalfactor berekend worden. Het AantalApparaten is 4, het apparaattype is 2, dus is de schaalfactor (4 x 2) – 1 = 7.
Een 13 kVA aggregaat 120 V kan een maximale stroom van 108,3 A leveren. Via een veiligheidsmarge van 90 % stellen we aggregaatstroom in op 98 A.
Doe het volgende om de instelling in te stellen:
Druk en houd de instellingstoets ingedrukt tot de onderste LED in de linkerkolom begint te knipperen. Dit betekent dater naar instellingsmodus gegaan is en de schaalfactor aangepast kan worden.
Draai aan de knop tot 7-segment display 7 aanduidt.
Druk de toets in om naar de volgende instelling te gaan. De lagere linker LED wordt ingeschakeld, aangevend dat de aggregaatstroom ingesteld kan worden.
Draai aan de knop tot 98-segment display 7 aanduidt.
Druk de toets in om verder te gaan naar de “Bovenste walstroomlimiet voor AC-ingang 1” instelling.
De maximale walstroom, die de bediener in kan stellen, moet waarschijnlijk lager zijn dan 128 A, draai dus aan de knop tot het 7-segment display de correcte maximale walstroom toont.
Daar de volgende 3 parameters (bovenste walstroomlimiet voor AC-ingang 2, 3 en 4) niet ingesteld hoeven te worden, kan de toets 4-maal ingedrukt worden om door de instellingen te stappen en de instellingen af te maken.