3. Kenmerken
3.1. Interne onderdelen en bedradingsschema Lynx Shunt VE.Can
De interne fysieke onderdelen en het bedradingsschema van de Lynx Shunt VE.Can dat de volgende onderdelen aangeeft:
|
3.2. Hoofdzekering
De Lynx Shunt bevat de systeemhoofdzekering.
De zekering wordt bewaakt door de Lynx Shunt VE.Can. Als de zekering springt, dan wordt de voedings-LED rood en wordt een alarmbericht naar het GX-apparaat gestuurd.
Dit ingebouwde relais kan aangestuurd worden door de gesprongen zekering parameter vanuit een GX-apparaat.
3.3. Accumonitor (shunt)
De Lynx Shunt VE.Can (M8) accumonitor werkt op een zelfde manier als de andere Victron Energy accumonitoren. Het bevat een shunt en accumonitor-elektronica.
De accubewakingsgegevens kunnen via een GX-apparaat of het VRM-portaal uitgelezen worden. .
3.4. Alarmrelais
De Lynx Shunt VE.Can (M8) heeft een alarmrelais. Dit relais kan geprogrammeerd worden via het GX-apparaat om te openen of te sluiten afhankelijk van de volgende parameters:
Acculaadstatus
Accuspanning
Temperatuur van de accu
Gesprongen zekering
Het alarmrelais kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een aggregaat te starten of te stoppen aan de hand van de acculaadstatus of de accuspanning. De alarmberichten die naar het GX-apparaat of naar het VRM-portaal worden gestuurd kunnen op een zelfde manier geprogrammeerd worden.
3.5. Temperatuursensor
De temperatuursensor meet de accutemperatuur en kan gebruikt worden om de Lynx Shunt VE.Can alarmrelais aan te sturen.
De temperatuurgegevens of temperatuuralarmen worden ook naar het GX-apparaat gestuurd worden en vanaf daar naar het VRM-portaal. Op het VRM-portaal worden de temperatuurgegevens vastgelegd en zijn deze toegankelijk.