4. Installatie
Waarschuwing
Dit product moet door een gekwalificeerde elektricien worden geïnstalleerd.
LET OP - Om het risico op verwondingen te verlagen, laad alleen VRLA of LiFePO4-accu's op. Andere soorten accu’s kunnen barsten en persoonlijk letsel en schade veroorzaken!
4.1. Locatie
Het product moet worden geïnstalleerd in een droge en goed geventileerde ruimte, en zo dicht mogelijk bij de accu's. Er moet een vrije ruimte van minimaal 10 cm rond het apparaat blijven om te koelen.
Waarschuwing
Een hoge omgevingstemperatuur resulteert in het volgende:
Verkorte levensduur
Gereduceerde laadstroom.
Gereduceerde piek-capaciteit, of het uitschakelen van de omvormer.
Monteer het product nooit direct boven de accu's.
Voor montage zie G
Waarschuwing
Voor veiligheidsdoeleinden moet dit product in een hittebestendige omgeving worden geïnstalleerd. Voorkom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststoffen, gordijnen of ander textiel, enzovoort, in de directe omgeving.
4.2. Verbinden van de accubekabeling
GEEN interne DC zekeringen.
Om de volledige capaciteit van het product volledig te benutten, moeten accu's met voldoende capaciteit en accukabels met geschikte doorsnede worden gebruikt. Zie de tabel hier beneden:
12/2000/80 | 24/2000/50 | 48/2000/25 | |
---|---|---|---|
Aanbevolen accucapaciteit (Ah) | 350-1000 | 200–500 | 100-250 |
Aanbevolen DC zekering | 300 A | 200 A | 100 A |
Aanbevolen dwarsdoorsnede (mm²) per + en - aansluitklem | |||
0 – 5 m | 70 mm² | 35 mm² | 25 mm² |
5 – 10 m | 95 mm² | 70 mm² | 50 mm² |
Opmerking: Interne weerstand is een belangrijke factor wanneer men werkt met lage-capaciteit accu's. Raadpleeg de leverancier of the relevante secties in ons boek “Energy Unlimited” dat voor downloaden beschikbaar is op onze website.
Procedure
Ga als volgt te werk om de accukabels aan te sluiten:
Waarschuwing
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel om te voorkomen dat de accu wordt korstgesloten.
Aanbevolen aanhaalmoment: 12 Nm (M8 moer)
Voorkom kortsluiten van de accubekabeling.
Draai de twee schroeven aan de onderzijde van de behuizing en verwijder het bedieningspaneel.
Verbind de accubekabeling: zie Bijlage A.
Draai de moeren goed vast voor minimale contactweerstand.
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
4.3. Verbinding van de AC-bekabeling
Waarschuwing
Dit is een product van Veiligheidsklasse I (geleverd met een beschermende aardingsterminal). Ononderbroken beschermende aarding moet voorzien worden bij de AC ingangs- en/of uitgangs-klemmen en/of het chassis aardingspunt aan de buitenkant van het product.
De MultiPlus is voorzien van een aardrelais (relais H, zie bijlage B) dat automatisch de nul uitgang met het chassis verbind indien geen AC-voeding beschikbaar is. Als er een externe AC-voeding aanwezig is, gaat het aardrelais H open voordat het ingangsveiligheidsrelais sluit. Dit zorgt voor de juiste werking van een aardlekschakelaar die is aangesloten op de uitgang.
In een vaste installatie kan de ononderbroken aarde gemaakt worden door middel van de aardedraad van de AC ingang. Anders moet de behuizing worden geaard.
In een mobiele installatie zal het onderbreken van de walverbinding tegelijkertijd de aardverbinding verbreken. In dat geval moet de behuizing worden aangesloten op het chassis (van het voertuig) of op de romp of aardingsplaat (van de boot).
In het geval van een boot wordt directe verbinding met de wal niet aanbevolen vanwege mogelijke galvanische corrosie. De oplossing hiervoor is het gebruik van een scheidingstransformator.
De connector voor de ingangs- en uitgangs-klem van de netstroom is te vinden aan de onderkant van de MultiPlus, zie bijlage A. De wal- of netkabel moet met een driedraads kabel aangesloten worden op de connector. Gebruik een driedraads kabel met een flexibele kern en een dwarsdoorsnede van ten minste 6 mm². Aanbevolen aanhaalmoment: 1,6 Nm
Procedure (zie bijlage A) Verwissel de nul draad en fase draad niet tijdens het aansluiten van de AC.
De omvormer komt met een transformator die de frequentie van de netspanning isoleert. Dit sluit de mogelijkheid van gelijkstroom op elke AC-poort uit. Daarvoor kunnen aardlekschakelaars van het type A worden gebruikt.
AC-in
De AC ingangs-kabel kan verbonden worden met het aansluitblok “AC-in”.
Van rechts naar links: “N” (nul), “PE” (aarde) en “L” (fase)
De AC ingang moet beschermd worden door middel van een zekering of magnetische stroomonderbreker met een waarde van 50 A en de dwarsdoorsnede van de kabel moet de juiste maat hebben. Als de AC voeding een lagere waarde heeft, moet de zekering of magnetische stroomonderbreker dienovereenkomstig worden verlaagd.
AC-uit
De AC uitgangs-kabel kan direct verbonden worden met het aansluitblok “AC-out”.
Van links naar rechts: “N” (nul), “PE” (aarde) en “L” (fase)
Met de PowerAssist-functie kan de MultiPlus tot 2 kVA (dat is 2000 / 120 = 16 A) toevoegen aan de uitgang tijdens perioden waar piekvermogen nodig is. Samen met een maximale ingangsstroom van 50 A betekent dit dat de uitgang tot 50 + 16 = 66 A kan leveren.
Er moet een aardlekschakelaar geïnstalleerd worden in het bedradingssysteem van het recreatievoertuig om alle delen van de installatie te beschermen. Victron Energy raadt het gebruik van de Blue Sea systems GFCI stroomonderbreker PN3093 aan.
4.4. Optionele verbindingen
Een aantal optionele verbindingen zijn mogelijk:
Maak de vier schroeven aan de voorkant van de behuizing los en verwijder het front-paneel.
4.4.1. Tweede Accu
De Multi heeft een aansluiting (+) voor het laden van een startaccu. Voor de verbinding zie bijlage A.
Druppellaaduitgang is beschermd door een automatische te hoge stroom en overbelasting bescherming (aanspreekstroom 1 A lmax - 5,5 A)
4.4.2. Temperatuursensor
De temperatuursensor meegeleverd met het product kan gebruikt worden voor temperatuur gecompenseerd laden. De sensor is geïsoleerd en moet aangesloten worden op de negatieve pool van de accu. De standaard uitgangsspanningen voor druppel en absorptie zijn van toepassing bij 25 °C. In de aanpassingsmodus is de temperatuur compensatie uitgeschakeld.
4.4.3. Regeling op afstand:
Het product kan op twee manieren op afstand worden bediend:
Met een externe aan/uit schakelaar (Verwijder draadlus "Remote Switch connector H")
Met een Multi Control Panel
Bekijk sectie 5.4 voor passende DIP schakelaar instellingen.
4.4.4. Programmeerbaar relais
De MultiPlus is uitgerust met een multi-functioneel relais dat standaard is ingesteld als een alarm-relais. Het relais kan ook geprogrammeerd worden voor andere toepassingen, zoals bijvoorbeeld het starten van een aggregaat (VEConfigure software is vereist).
4.4.5. Parallele verbinding (zie bijlage C)
De MultiPlus kan in parallel verbonden worden met meerdere identieke apparaten. Hiervoor wordt door middel van standaard RJ45 UTP kabels een verbinding tussen de apparaten tot stand gebracht. Het systeem (een of meerdere MultiPlus units met een optioneel Multi Control Panel) moet hierop volgend ingesteld worden (zie Sectie 5).
Wanneer MultiPlus units in parallel worden verbonden, moet aan de volgende eisen voldaan worden:
Maximaal zes parallel aangesloten eenheden.
Alleen identieke apparaten mogen parallel verbonden worden.
De DC-aansluitkabels naar de apparaten moeten van gelijke lengte en doorsnede zijn.
Indien een positief en een negatief DC verdeelpunt wordt gebruikt, moet de dwarsdoorsnede van de verbinding tussen de accu's en het DC verdeelpunt minimaal gelijk zijn aan de som van de benodigde dwarsdoorsneden van de verbindingen tussen het verdeelpunt en de MultiPlus units.
Plaats de MultiPlus units dicht bij elkaar, maar houd op zijn minst 10 cm afstand onder, boven en naast de units voor ventilatie-doeleinden.
Een accu temperatuursensor hoeft maar op één unit in het systeem aangesloten te worden. Wanneer de temperatuur van meerdere accu's gemeten moet worden kan men ook de sensoren van andere MultiPlus units in het systeem verbinden (met een maximum van één sensor per MultiPlus). Temperatuur compensatie reageert tijdens het laden van de accu op de sensor die de hoogste waarde aangeeft.
Er kan maar een afstandsbediening op het systeem aangesloten worden.
4.4.6. Driefasen werking (zie bijlage D)
De MultiPlus kan ook gebruikt worden in een 3-fasen ster (Y) configuratie. Hiervoor wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt door middel van standaard RJ45 UTP-kabels (hetzelfde als voor een parallelle werking). Het systeem (MultiPlus units met een optioneel Multi Control Panel) moet hierop volgend ingesteld worden (zie Sectie 5).
Vereisten: zie Sectie 4.4.5.