8. Geavanceerde instellingen
8.1. Geavanceerde instellingen
In specifieke gevallen waarin de geïntegreerde laadmodi niet geschikt/ideaal zijn voor het accutype dat wordt opgeladen of de fabrikant van de accu specifieke laadparameters aanbeveelt en verfijnde afstemming gewenst is, zijn geavanceerde instellingen mogelijk met een Bluetooth-apparaat (zoals een mobiele telefoon of tablet) met behulp van de VictronConnect-app.
Voor de meeste gangbare accutypen zijn geavanceerde instellingen niet vereist of aanbevolen; de geïntegreerde laadmodi en adaptieve laadlogica zijn doorgaans geschikt en presteren zeer goed.
De pagina met geavanceerde instellingen maakt het mogelijk om de specifieke instelling van laadparameters en gebruikergedefinieerde instellingen op te slaan en gemakkelijk op te laden.
Om toegang te krijgen tot de geavanceerde instellingen:
Sluit de AC-voedingskabel aan op een stopcontact; na een kort oponthoud lichten de LED's op die de stroomlaadmodus en laadstatus aangeven.
Gebruik een apparaat met Bluetooth (zoals een mobiele telefoon of tablet), open de VictronConnect-app en vind de Smart IP43 Charger in de LOCAL-pagina, maak dan verbinding met het apparaat (standaard Bluetooth PIN code is 000000).
Selecteer het ‘Instelling’ icoon (tandwiel in de rechterbovenhoek) om naar de 'Instellingen'pagina te gaan.
Selecteer ‘Accu-instellingen’ voor toegang tot de pagina 'Geavanceerde instellingen'.
Om gebruikergedefinieerde geavanceerde instellingen in te stellen:
Selecteer de 'accuvoorinstelling' uitklaplijstpijl om het menu uit te breiden.
Selecteer ‘Gebruikergedefinieerd' uit het uitklaplijstmenu.
“Door gebruiker gedefinieerde” instellingen worden nu ingeschakeld.
Stel de geavanceerde instellingen in zoals vereist volgens de aanbevelingen van de accufabrikanten.
De geavanceerde instellingen (met expertmodus uitgeschakeld) omvatten:
Voorinstelling van de accu
Met het menu “Accuvoorinstelling” kan er gekozen worden uit de volgende opties:
Ingebouwde voorinstelling
Selectie van een standaard geïntegreerde voorinstelling (hetzelfde als het algemene instellingenmenu)
Gebruikergedefinieerd
Opnieuw kiezen van de laatste “door gebruiker gedefinieerde” laadinstellingen
Selecteer voorinstelling
Keuze uit een uitgebreid assortiment geïntegreerde voorinstellingen voor het opladen van de accu, inclusief nieuwe door de gebruiker gedefinieerde laadvoorinstellingen
Voorinstelling aanmaken
Een nieuwe laadvoorinstelling die moet worden aangemaakt en opgeslagen vanuit door de gebruiker gedefinieerde instellingen
Voorinstellingen bewerken
Een bestaande voorinstelling die moet worden bewerkt en opgeslagen
Maximale laadstroom
De instelling voor een maximale laadstroom maakt het mogelijk om te kiezen tussen een standaard en een voorinstelling voor een aanzienlijk verlaagde laadstroomlimiet: maximale, lage (50 % of maximum) of minimale stroom (25 % van maximum). De gebruiker kan, als alternatief, zelf een maximale laadstroom definiëren (binnen de grenzen van maximum en minimum).
Laadspanning
Met de instellingen voor de laadspanning kan het instelpunt van de spanning voor elke laadfase onafhankelijk worden ingesteld en kunnen sommige laadfasen (herconditionering en druppelladen) worden uitgeschakeld of ingeschakeld.
Het instelpunt van de laadspanning kan worden ingesteld voor de volgende laadfasen:
Absorptie
Druppel
Opslag
Herconditioneren
Spanningscompensatie
Temperatuurcompensatie
De temperatuurcompensatie-instelling maakt het mogelijk de temperatuurcompensatiecoëfficiënt van de laadspanning in te stellen of de temperatuurcompensatie volledig uit te schakelen (bijvoorbeeld voor Li-ion-accu's). De temperatuurcompensatiecoëfficiënt is ingesteld op mV/°C en geldt voor de gehele accu/accubank (niet voor individuele accucellen).
Accu grenzen
Loskoppeling bij lage temperatuur
De instelling voor uitschakeling bij lage temperatuur schakelt het opladen uit bij lage temperatuur om Lithiumaccu's te beschermen tegen beschadiging; deze instelling vereist dat de accutemperatuur door een compatibele accubewaker via het VE.Smart Networking wordt doorgegeven.
8.2. Instellingen van de expertmodus
De expertmodus breidt het menu met geavanceerde instellingen nog verder uit en bevat meer gespecialiseerde -instellingen op expertniveau.
Om naar expertmodus-instellingen te gaan:
Open pagina 'geavanceerde instellingen' en schakel 'door gebruiker gedefinieerde' instelling in - raadpleeg de rubriek 'Geavanceerde instelling > Geavanceerde instellingen' voor instructies.
Toggel de 'Expert modus' schakelaar om extra 'Expert modus'-instellingen (uitbreiding van het geavanceerde instellingen'-menu) in te schakelen.
Lees het waarschuwingsbericht en selecteer dan 'OK' om te aanvaarden en verder te gaan.
De 'expertmodus'-instellingen (uitbreiding van het menu 'geavanceerde instellingen') wordt nu ingeschakeld.
De ADDITIONAL expert modus-instellingen omvatten:
Laadspanning
BatterySafe
Met de instelling BatterySafe kan de spanningsregeling BatterySafe worden in- of uitgeschakeld. Als BatterySafe is ingeschakeld, wordt de hoogte van de accuspanning tijdens de bulkfase automatisch beperkt tot een veilig niveau. In gevallen waarin de accuspanning anders sneller zou toenemen, wordt de laadstroom daardoor verminderd om overmatige gasvorming te voorkomen.
Bulk
Bulktijdslimiet
De instelling van de bulktijdslimiet beperkt de maximale tijd die de acculader in bulkfase kan doorbrengen als beschermingsmaatregel, aangezien de absorptiespanning tegen die tijd had moeten zijn bereikt. Als aan de bulktijdslimiet is voldaan, zal de acculader direct overgaan in de druppellaadfase.
Compensatie re-bulkspanning
De offset-instelling voor de re-bulkspanning wordt gebruikt om de drempel voor de re-bulkspanning te bepalen waardoor er een nieuwe laadcyclus geactiveerd zal worden; de offset is relatief ten opzichte van de ingestelde 'Opslagspanning' (re-bulkspanning = opslagspanning - offset re-bulkspanning). Als de accuspanning onder de drempel van de re-bulkspanning daalt terwijl de acculader zich in de druppellaad- of opslagfase bevindt en er een minuut onder blijft, zal de acculader terug naar de bulklaadfase schakelen.
Absorptie
Absorptieduur
De absorptieduurinstelling laat selectie toe tussen adaptive absorptietijd (berekend gebaseerd op de bulktijd/niveau van ontlading) of een vaste absorptietijd.
Maximale absorptietijd/ Absorptietijd
Met de instelling maximale absorptietijd / absorptietijd kan de maximale adaptieve absorptietijd of de vaste absorptietijd worden ingesteld (afhankelijk van of adaptieve of vaste absorptietijd is geselecteerd). Let op dat ongeacht of adaptieve of vaste absorptietijd is geselecteerd, de absorptiefase vroegtijdig kan eindigen op basis van de staartstroominstelling (indien ingeschakeld).
Staartstroom
Met de staartstroominstelling kan de absorptiefase vroegtijdig worden beëindigd op basis van de laadstroom. Als de laadstroom gedurende één minuut onder de staartstroomdrempel daalt, wordt de absorptiefase onmiddellijk beëindigd en gaat de lader over op de druppel- of opslagfase.
Herhaalde absorptie
De instelling voor herhaalde absorptie maakt het mogelijk de verstreken tijd tussen elke automatische vernieuwningslaadcyclus (1 uur in de absorptiefase) in te stellen. Herhaalde absorptie is standaard ingeschakeld, en kan uitgeschakeld worden, waarna de accu verder in opslagmodus blijft.
Herconditioneren
Herconditionering stroompercentage
Herconditionering stroompercentage wordt gebruikt om de laadstroomlimiet vast te stellen terwijl de acculader zich in de herconditioneringsfase bevindt; het percentage is relatief ten opzichte van de ingestelde 'Maximale laadstroom'. De acculader zal in de herconditioneringsfase de laadstroom beperken tot dit lagere niveau.
Herconditioneringsstopmodus
Met de herconditioneringsstopmodusinstelling kaner gekozen worden tussen de herconditioneringsfase die wordt beëindigd als de accuspanning het instelpunt van de herconditioneringsfase bereikt of een vaste tijdsperiode.
Maximale herconditioneringsduur
Met de instelling van de herconditioneringstijd kan de maximale herconditioneringstijd of de vaste herconditioneringstijd worden ingesteld (afhankelijk van de geselecteerde herconditioneringsstopmodus).
8.3. Voeding modus
De Smart IP43 Charger-serie is ook geschikt voor gebruik als gelijkstroomvoeding, om apparatuur te voeden zonder dat een accu is aangesloten (of terwijl deze ook op een accu is aangesloten).
Hoewel het nog steeds mogelijk is om de acculader als voeding te gebruiken zonder instellingen te wijzigen, bestaat er een speciale “Voeding modus” voor dit doel/gebruik en wordt aanbevolen.
Als de acculader als voeding wordt gebruikt, is het raadzaam om de “Voeding modus” te activeren, omdat deze de interne laadlogica uitschakelt en een constante DC-voedingsspanning levert.
Om de voedingmodus te activeren:
Sluit de AC-voedingskabel aan op een stopcontact; na een kort oponthoud lichten de LED's op die de stroomlaadmodus en laadstatus aangeven.
Gebruik een apparaat met Bluetooth (zoals een mobiele telefoon of tablet), open de VictronConnect-app en vind de Smart IP43 Charger in de LOCAL-pagina, maak dan verbinding met het apparaat (standaard Bluetooth PIN code is 000000).
Selecteer het ‘Instelling’ icoon (tandwiel in de rechterbovenhoek) om naar de 'Instellingen'pagina te gaan.
Selecteer de 'Functie'-modus (lader) om het uitklaplijstmenu uit te breiden.
Selecteer ‘Voeding' modus uit uitklaplijstmenu.
De modus “Voeding” wordt nu ingeschakeld; als deze ingeschakeld is, zijn de volgende LED's aan: BULK, ABS, FLOAT en STORAGE.
Wijzig, indien nodig, de gewenste uitgangsspanning en/of de limiet van de “Maximumstroom”.
Om de laderfunctie weer normaal als acculader te gebruiken, volg dan stappen 1 tot 3 bovenaan en selecteer dan 'lader'-modus uit het 'Functie'-uitklaplijstmenu.