Handleiding - EV Charging Station

Zorg ervoor dat autostart EV lader uitgeschakeld is in algemene instellingen. Dit voorkomt dat het EV Charging Station automatisch begint te laden als verbonden wordt met een EV.

Zorg er ook voor dat de vergrendeling lader weergave instelling op het algemeen tabblad of in de remote console van het GX-apparaat is ingeschakeld.

Laden kan dan alleen gestart of gestopt worden via de web-interface, VRM-app widget, VRM-bedieningen en VictronConnect.

Nee. Raadpleeg V1 om te voorkomen dat het EV Charging Station gebruikt wordt door niet-bevoegde personen.

De lichtring kan in het lichtringmenu volledig uitschakeld worden, de helderheid kan indien gewenst naar een lager niveau of naar 0 gewijzigd worden.

Probeer de CP-lijn te kalibreren (algemeen tabblad in de web-interface of in de VictronConnect-instellingen). Dit is soms nodig omdat de laadkabels een beetje kunnen verschillen. Aardimpedantie is ook belangrijk omdat alle metingen aan aarde (GND) gerelateerd zijn.

Als er meerdere GX-apparaten op hetzelfde lokale netwerk zijn, activeer dan de IP-adres witte lijst in het algemeen tabblad van de web-interface en voeg dan alleen het IP-adres van het GX-apparaat toe waarmee het EVCS bestuurd wordt aan de witte lijst toe. Verwijder, als dit uitgevoerd is, het EVCS van de andere GX-apparaten.

De minimale stroom voor het laden van een EV is 6 A@230 V. Daarom is er meer dan 1,3kW PV nodig.

Echter, als er niet voldoende overmatige PV-energie beschikbaar is om tegemoet te komen aan het minimale laadstroomvereiste, is het mogelijk de optie 'Laat laag overmatig PV-vermogen toe voor de auto-modus' in te schakelen. Deze optie vult het vereiste vermogen aan met extra vermogen van het net om tegemoet te komen aan het minimale stroomvereiste. Raadpleeg hoofdstuk Instellen webinterface van het EV laadstation voor informatie.

Voorbeeld: Om de EV op te laden met 6 A terwijl er slechts 800 W overmatige PV-energie is, moet er 580 W van het net worden afgenomen om de vereiste 1380 W te bereiken.

Let op dat er EV's zijn die een zelfs hogere minimale laadstroom vereisen, bv. de Renault Zoe; 10 A.

Ja, dit is mogelijk. Het beschikbare vermogen wordt dan tussen hen gedeeld.

De reden is meest waarschijnlijk dat het EVCS het 'geladen' signaal, komende van het EV, niet juist decodeert. Voer de CP lijn-kalibratie uit om het probleem op te lossen.

Deze foutmelding duidt aan dat het EVCS de laadtoestand van het GX-apparaat niet kan lezen omdat er een communicatieprobleem is, zelfs als de communicatie met het GX-apparaat ingeschakeld is in het EVCS-webinterface.

Om het probleem op te lossen, zorg ervoor, , dat het IP-adres, gespecificeerd in de algemene instellingen van de webinterface overeenkomt met dat van het GX-apparaat. Gebruik de Zoek-functie om EVCS toe te laten hetjuiste IP-adres af te leiden van VRM Portal-ID - raadpleeg, voor meer details, het EV Charging Station instelling hoofdstuk. Zorg er ook voor dat Modbus TCP ingeschakeld is in het GX-apparaat zelf.

Dit hangt af van de bedieningsmodus.

Voor automatische modus is communicatie tussen een GX-apparaat en het EVCS vereist. Voor handmatige en geplande modus, een GX-apparaat kan geïnstalleerd worden, maar het hoeft niet.

Ja, dit is mogelijk. Modbus TCP biedt een veel grotere mate van flexibiliteit en controle en biedt toegang tot een breder scala aan instellingen dan wat in de handleiding wordt beschreven of beschikbaar is via de normale gebruikersinterfaces.

De aanbevolen methode voor ondersteuning bij Modbus TCP vragen is om het Modifications sectie op de Victron Community te gebruiken. De Community -> Modifications wordt regelmatig door veel personen bezocht die Modbus TCP en andere methodes van integreren met Victron producten gebruiken.

De EVCS Modbus TCP-registratielijst kan gedownload worden van de productpagina in de downloadruimte.