2. Kenmerken
2.1. Accubeheersysteem (Battery Management System)
Het BMS wordt gebruikt om Victron Lithium Battery Smart-accu’s te bewaken,besturen en beschermen. Het BMS detecteert de laadtoestand en beschermt tegen diepe ontlading en te veel laden.
De belangrijkste kenmerken zijn:
Vooralarm-modus instelbaar via het programmeerbare relais
ATC/ATD-poorten om acculaders en belastingen te besturen
DVCC-ondersteuning voor compatibele Victron-omvormer/acculader en MPPT’s via een aangesloten GX-apparaat.
Ontladingslimiet gebruikt om de minimale laadtoestand in te stellen om te bepalen hoe ver de accu mag worden ontladen. (vereist VictronConnect v 5.70 of later)
Een instelbaar vooralarm waarschuwt met een minimale vertraging van 30 seconden voor een dreigende uitschakeling van de belastingen als gevolg van een dreigende lage celspanning. Door snel op het vooralarm te reageren, bijvoorbeeld door de belasting te verminderen of door een aggregaat te starten om de accu's op te laden, kan het uitschakelen van de belastingen voorkomen worden.
Het ATC-contact wordt geopend om het laden te stoppen bij een hoge celspanning of een lage temperatuur, terwijl het ATD-contact geopend wordt om het ontladen bij een lage celspanning te stoppen.
DVCC bestuurt compatibele apparaten via het Lynx Smart BMS en een aangesloten GX-apparaat. Laadstroom en -spanningen worden automatisch ingesteld, de algoritmen Bulk, Absorptie en Druppel worden dus niet langer gebruikt. Het opladen of ontladen wordt gestopt bij een lage of hoge celspanning of een lage temperatuur.
2.2. Magneetschakelaar
De ingebouwde magneetschakelaar heeft twee doelen:
Het fungeert als een secundair veiligheidssysteem om de accu te beschermen als de primaire besturingselementen (ATC- en ATD-contacten én DVCC) de belastingen en/of acculaders niet uitschakelen als dat nodig is.
Het kan gebruikt worden als een afstandsbediening voor het aan/uitschakelen van het hoofdsysteem via de VictronConnect-app, een GX-apparaat (alleen Stand-by en Aan), en het gebruik van de remote aan/uit-aansluitklemmen.
2.3. Ingebouwd voorlaadcircuit
Het ingebouwde voorlaadcircuit zorgt voor een voorlading van capacitieve belastingen, zoals omvormers of omvormer/acculaders, voordat de magneetschakelaar sluit om een hoge inschakelstroom te voorkomen.
2.4. Accumonitor
De Lynx Smart BMS-accumonitor werkt op dezelfde manier als de andere accumonitors van Victron Energy. Het bevat een shunt en elektronica voor een accumonitor. Het uitlezen van de gegevens van de accumonitor gaat via Bluetooth en de VictronConnect-app of een GX-apparaat en het VRM-portal.
2.5. Programmeerbaar relais
Het Lynx Smart BMS heeft een programmeerbaar relais dat gebruikt kan worden als alarmrelais (gecombineerd met het vooralarm) of om een dynamo uit te schakelen via de externe regelaar (ontstekingsdraad).
2.6. AUX-aansluitklem
Het Lynx Smart BMS is uitgerust met een hulpvoeding. Deze voeding levert dezelfde spanning als de systeemaccuspanning en heeft een maximale continue stroomsterkte van 1,1 A.
Het doel van de hulpvoeding is om bepaalde systemen gevoed te houden, bijvoorbeeld een GX-apparaat, nadat het BMS de belastingen heeft uitgeschakeld in het geval van een lage celspanning.
Opmerking
Aanbevolen wordt dat het systeem een GX-apparaat bevat dat wordt gevoed door de AUX-poort. Hierdoor blijft het GX-apparaat van stroom voorzien totdat de AUX-poort uiteindelijk wordt uitgeschakeld om energie te besparen voor accu-zelfontlading (max. 2 uur na een lage celspanning).
2.7. Parallel geschakelde redundant Lynx Smart BMS
De nieuwe parallel geschakelde redundant-functie voor de Lynx Smart BMS en Lynx Smart BMS NG reeksen laat meerdere Lynx BMS'en toe in één installatie. Ze hebben elk een eigen accubank, en samen vormen ze één enkel redundant accusysteem. Er kunnen maximaal 5 BMS'en parallelgeschakeld worden. Raadpleeg voor meer details het Parallel geschakelde Lynx Smart BMSen hoofdstuk.