Skip to main content

Handleiding - EV Charging Station NS

3. Installatie

In deze sectie:

Dit product mag uitsluitend door gekwalificeerd personeel geïnstalleerd worden (gediplomeerde elektricien).

Het product is geschikt om op een wand of paal gemonteerd te worden (verticaal oppervlak). Het oppervlak moet in alle gevallen stevig en vlak zijn.

Voorzorgsmaatregelen

Let op

  • De AC ingang dient beschermd te zijn door een zekering of magnetische stroomonderbreker van 40 A of minder. De doorsnede van de kabel moet hieraan aangepast zijn. Als de AC-ingangsvoeding een lagere waarde heeft, dan moet de zekering of de magnetische stroomonderbreker dienovereenkomstig worden aangepast.

  • Een externe aardlekschakelaar is vereist.

  • We bevelen het gebruik van een aardlekschakelaar type B aan (controleer lokale wetgeving). Zorg ervoor dat de aardlekschakelaar overeenstemt met het maximaal gebruikte vermogen, d.w.z. gebruik een 40 A aardlekschakelaar type B als er vooral met 22 kW geladen wordt of overeenstemmend kleiner als er met minder vermogen geladen wordt.

  • De aanbevolen kernoppervlakte voor de kabel is 6 mm² / AWG 10.

  • Binnenin het apparaat bevindt zich een sticker waarop het model, het serienummer, het WiFi-wachtwoord en, afhankelijk van de productiedatum, de unieke Bluetooth-koppelingscode staan. Noteer het wachtwoord en de koppelingscode van het interne label, ter referentie. Dit aanvangswachtwoord dient zowel voor inloggen op de webpagina als voor de WiFi-verbinding.

  • De schroeven op de rugplaat horen met 1 à 1,2 Nm aangedraaid te worden.

  • Het oppervlak waarop het apparaat gemonteerd wordt moet in alle gevallen stevig en vlak zijn.

  • Zorg altijd voor de nieuwste versie van deze handleiding, die regelmatig bijgewerkt wordt en beschikbaar is op onze EV Charging Station website.

Stappen voor de installatie:

  1. Beslis of de voedingskabel vanaf de onderkant of vanaf de achterkant in het laadstation geleid moet worden.

  2. Verwijder de blauwe frontbedekking (2 schroeven aan de onderkant) van het laadstation.

  3. Markeer de muur waar het gemonteerd moet worden met behulp van de bijgeleverde wandmontageplaat of het boorsjabloon in de bijlage.

  4. Boor 3 gaten met muurpluggen, klaar voor gebruik, raadpleeg het boorsjabloon in de bijlage.

  5. Meet een geschikte locatie en boor door de muur voor de kabel (als de hoofd-voedingskabel van binnen het gebouw komt). Let op dat, als de kabel vanaf de achterkant in plaats van de onderkant in het laadstation gevoed wordt, de opening overeenkomt met het boorsjabloon.

  6. Druk, afhankelijk van of de kabel van onderen of achteren geleid wordt, de geschikte opening uit voor de nylon wartel met een schroevendraaier of gebruik een boor van 28 mm en voer de nylon wartel er in. Bevestig, als de kabel vanuit de achterkant geleid wordt, in plaats hiervan de bijgeleverde rubberen plug en maak er een gaatje in, iets kleiner dan de voedingskabel, om een waterdichte verbinding te maken.

  7. Label elke individuele kabel en duw de kabel door de muur, de nylon wartel (of de rubberen plug), de pakkingring en in het laadstation.

  8. Sluit de kabeluiteinden af met adereinhulzen en verbind met de relevante punten.

  9. Gebruik, als dit een 1-fase installatie is, L1, nul en aarde aansluitingen.

  10. Draai de nylon wartel aan als er geïnstalleerd wordt vanuit de onderkant.

  11. Hang het apparaat over de wandmontageplaat en bevestig het met de twee schroeven binnenin het apparaat.

  12. Plaats de blauwe frontbedekking en bevestig het met de 2 schroeven aan de onderkant. Zorg ervoor dat het stevig vast zit.

Bekijk deze video voor een installatievoorbeeld: