3. Installatie
A | Draden AC-spanningsmeting, aangesloten op de MultiPlus-II AC-IN aansluitklemmen. |
B | Stroomtransformatoren voor MultiPlus-II, aangesloten op de MultiPlus-II stroomtransformator aansluitklemmen. |
C | Externe omschakelautomaat, aangedreven door de MultiPlus-II programmeerbare relais (AUX relais) aansluitklemmen. |
D | Aardhulprelais, aangedreven door de MultiPlus-II externe aardrelais aansluitklemmen. |
E | Aardrelais, aangedreven door de aardhulprelais. |
F | Extra MultiPlus-II eenheden kunnen parallel geschakeld worden in elke fase met alleen hun AC-OUT en VE.Bus aansluitklemmen aangesloten. |
Raadpleeg voor het schema op ware grootte de Bedradingsschema rubriek.
Waarschuwing
Parallel geschakelde en meer-fasen systemen zijn complex. We ondersteunen niet of bevelen niet aan dat niet-opgeleide en/of onervaren installateurs werken aan deze systemen.
Controleer alle bedrading voordat het systeem voor het eerst wordt ingeschakeld. Bedradingsfouten kunnen de MultiPlus-II eenheden beschadigen.
3.1. AC-spanningsmeting
De MultiPlus-II's AC-ingang werkt als een meetingang. Aangezien het interne terugvoerrelais niet wordt gebruikt, kunnen de draden relatief dun zijn; draden van 1,5 mm² zijn voldoende.
Aansluitiprocedure:
Sluit de AC-IN aansluitklemmen van MultiPlus-II aan op AC-voeding van aggregaat.
Sluit, voor parallel geschakelde eenheden, alleen de master eenheid (van elke fase) aan op de AC-IN aansluitklem en laat de AC-IN aansluitklemmen van de slaafeenheden niet aangesloten.
Gebruik een 6 A vierpolige stroomonderbreker om de fesen en nul draden van zekeringen te voorzien.
3.2. Stroomtransformator
De stroomtransformatoren voor elke fase (L1, L2 en L3) zijn aangesloten op de “Stroomdetectie” ingangen op de respectievelijke fase master MultiPlus-II eenheden:
Aansluitiprocedure:
|
Belangrijke opmerkingen:
Leid de bedrading van de stroomsensor niet parallel aan en in de buurt van AC-voedingsbedrading, signaalbedrading of VE.bus-bedrading om signaalstoring te voorkomen.
De 400 A stroomtransformator heeft een verminderde stroomdetectie nauwkeurigheid, vooral bij lage stroom.
Compatibele stroomtransformatoren:
CRT12XXXXXX: Stroomtransformator 100 A:50 mA voor MultiPlus-II Draadeinde (beschikbaar in 1,5 en 20 m kabellengte).
CTR140050100: Stroomtransformator 400 A:50 mA voor MultiPlus-II (10 m) Draadeinde (de stroomsensorbedrading kan verlengd worden tot 20 m via 0,75 mm² draad).
CRT11XXXXXXX: Stroomtransformator 100 A:50 mA voor MultiPlus-II stekkeraansluiting (voor oudere MultiPlus-II eeheden, beschikbaar in 1,5 of 20 m lengte).
Raadpleeg voor meer informatie het volgende: https://www.victronenergy.nl/meters-and-sensors/current-transformer-for-multiplus-ii.
3.3. Aarderelais
Het aandrijvingssignaal van aardrelais wordt geleverd door de MultiPlus-II “Ext GND Relay” aansluitklemmen van de L1 fase master eenheid via een hulprelais.
Daar het uitgangssignaal van de “Ext GND Relay” beperkt is tot 24 V/200 mA moet een hulprelais met een 24 V spoel gebruikt worden om het eigenlijke aardrelais te schakelen.
De aardrelaiswaarde moet overeenkomen met het totale omvormervermogen van het systeem.
Aansluitiprocedure:
|
3.4. Externe omschakelautomaat
Elke standaard magneetschakelaar kan gebruikt worden.
Daar omvormerstroom door de AC-uitgangen van de MultiPlus-II eenheden vloeit, zorg er dan voor dat de bedrading van de externe overdrachtmagneetschakelaar de juiste afmetingen heeft en symmetrisch is.
Aansluitiprocedure:
|