Om het systeem te verbinden met het VRM-portaal, zijn er twee afzonderlijke stappen die moeten worden uitgevoerd. Eerst moet er een VRM-gebruiker aangemaakt worden en ten tweede moet de installatie gekoppeld worden aan die gebruiker.
Het is mogelijk één installatie te koppelen aan meerdere gebruikers. En het is ook mogelijk meerdere gebruikers te verbinden met dezelfde installatie.
Een computer of mobiel apparaat met toegang tot het internet.
De VRM Portal ID, dat het systeem eenduidig identificeert. Afhankelijk van het communicatie-apparaat (GX-apparaat of GlobalLink 520) kan het VRM-ID op de volgende manier bepaald worden:
GX-apparaten in het algemeen: ga naar Instellingen → VRM-online portaalmenu en typ het nummer dat wordt getoond onder het ID van het VRM-portaal. De VRM ID bestaat uit een 12-cijferige combinatie van letters en cijfers. Voorbeeld: be300d83ff04
Uitsluitend Venus GX & Cerbo GX: het ID van het VRM-portaal is afgedrukt op een label aan de zijkant van het GX-apparaat.
GlobalLink 520: het ID van het VRM-portaal staat afgedrukt op een label aan de achterkant van het apparaat.
Een GX-apparaat of een GlobalLink 520 dat verbonden is met het internet.
Om de installatie te registreren op VRM moet het GX-apparaat of de GlobalLink 520 minstens één keer een geslaagde verbinding met het internet hebben gehad. Pas nadat de GX verbinding heeft gemaakt met het internet, kan het unieke ID van het VRM-portaal worden toegevoegd aan de gebruikers op het VRM-portaal.
De modus VRM-portaal is ingesteld op Volledig (standaard) of Alleen-lezen op het GX-apparaat → Instellingen → VRM Online Portaal → VRM-portaal.
Opmerking
Het wordt aangeraden, vooral als er met SIM kaarten gewerkt wordt, om de internetverbinding eerst in het kantoor in te stellen en te testen, voordat eze op locatie geinstalleerd wordt. Het is niet nodig om apparatuur aan te sluiten, zoals een MultiPlus of BMV accumonitor: het is voldoende om een standalone GX apparaat of Victron Global Remote van stroom te voorzien, omdat deze ook verbinding maken met het VRM-portaalals er geen producten zijn aangesloten.
Open een browser-venster op de computer en ga naar https://vrm.victronenergy.com.
Klik op 'Inloggen'.
Ga op het volgende scherm omlaag naar 'Gratis registreren' en klik erop.
Vul alle vereiste informatie in en klik dan op 'Registreren'.
Er wordt nu een bevestigingsemail ontvangen met een link om de gebruiker te activeren.
Na activering is het aanmaken van de gebruiker en de registratie voltooid. Klik op 'Installatie toevoegen' in het menu aan de linkerkant om door te gaan met het koppelen van een installatie aan deze gebruiker.
Tip
Voor extra beveiliging bevelen we aan een twee factor authenticatiemethode (2FA) toe te voegen aan de gebruiker.
Toevoegen van een installatie is pas mogelijk nadat het VRM-portaal de eerste gegevensoverdracht van het systeem heeft ontvangen. Controleer daarom of het systeem al is begonnen met communiceren met het VRM-portaal. Of, als het een zelfvoorzienende installatie is die een SD-kaart of USB-stick gebruikt, upload dan eerst het gegevensbestand.
Selecteer het product dat toegevoegd moet worden. Dit moet een GX-apparaat, een GlobalLink 520 of één van de andere apparaten op de pagina zijn.
Voer het ID van het VRM-portaal van het apparaat in. De VRM ID is te vinden op een sticker van het betreffende apparaat en ook in het menu VRM Online Portal. Raadpleeg Vereisten.
Klik op Toegang aanvragen en het apparaat is nu gekoppeld aan de VRM-gebruiker.
Als het de eerste gebruiker is die aan deze installatie wordt toegevoegd, krijg deze gebruiker automatisch beheerdersrechten voor deze installatie. Alle volgende gebruikers die hetzelfde ID van VRM-portaal proberen toe te voegen, moeten toestemming krijgen van de eigenaar van de installatie. Deze e-mail voor goedkeuring wordt automatisch verzonden als ze de installatie proberen toe te voegen aan de gebruiker.
Latere gebruikers worden ook toegevoegd met toegangsrechten voor Technicus of Gebruiker (alleen lezen). De beheerder kan echter beheerders- of technicusrechten toekennen aan andere gebruikers via de pagina Instellingen -> Gebruikers voor die installatie.
Als de fout ”Installatie kon niet gevonden worden”,verschijnt, raadpleeg dan de vereisten-rubriek en controleer de internetverbinding van het systeem.
Om de instellingen van een installatie te openen, selecteer de installatie in het installatieoverzicht. Open dan de Instellingen-link in het linkermenu. Dit menu is alleen zichtbaar als de toegangsrechten Beheerder of Technicus zijn toegekend.
Algemeen tabblad
Algemene instellingen
In dit menu kan de systeemnaam gewijzigd worden, het VRM portal ID weergegeven worden en het GSM-nummer van de SIM-kaart ingevoerd worden (bijv. van de router indien beschikbaar, de enige functie van dit veld is om het op een veilige plaats te bewaren, verder niets).
Realtime updates
Schakel realtime-updates in voor deze installatie. Deze instelling is standaard uitgeschakeld. Houd er rekening mee dat het inschakelen van realtime updates het gegevensverbruik aanzienlijk verhoogt als er realtime-gegevens in gebruik zijn. Het wordt aanbevolen om dit uitgeschakeld te laten als de bandbreedte van de installatie of de downloadquota erg beperkt zijn.
Besturing omvormer/lader
Schakel omvormer/lader-besturing voor deze installatie. Waarschuwing - als deze functie wordt inschakeld, kan heel gemakkelijk de AC-uitgang uitgeschakeld worden. Het is raadzaam om deze functie uitgeschakeld te laten, tenzij de omvormer/lader vaak uitgeschakeld wordt. Lees de omvormerbesturingen in het VRM-hoofstuk voor meer informatie voordat deze functie ingeschakeld wordt.
Installatie avatar
Hier kan een afbeelding van een avatarpictogram voor deze installatie geupload worden. Dit vervangt de huidige avatar, die in het Dashboard zichtbaar is.
Ontkoppel deze installatie van de gebruiker
Ontkoppelen verwijdert deze installatie uit de lijst met installaties van deze gebruiker, zonder alle gegevens in de database te verwijderen. Andere gebruikers van deze installatie kunnen nog steedsde gegevens zien.
Verwijder deze installatie
Alle gegevens in de database worden verwijderd. Houd er rekening mee na het verwijderen, het apparaat opnieuw opgestart moet worden om het verzenden van gegevens naar het VRM-portaal te hervatten. Gebruik deze optie ingeval het GX-apparaat naar een andere installatie verplaatst wordt.
Vervang het GX-apparaat van deze installatie
Gebruik deze optie alsl het oude GX-apparaat defect is en vervangen is door een nieuw GX apparaat.
Volg zorgvuldig de op VRM uitgelegde procedure.
Tags tabblad
Tags instellen
Nuttig voor gebruikers die veel installaties hebben. Bijvoorbeeld een verhuurbedrijf van hybride aggregaten met vier depots: Noorden, zuiden, oosten en westen. Voeg de tag van het juiste depot toe aan alle installaties. Vervolgens kan in het installatieoverzicht gefilterd worden op basis van deze tags.
Locatie-tabblad instellen
Locatie instellen
Stel de locatie van de installatie in door de cursor naar de juiste plaats te slepen. Hiermee wordt automatisch de tijdzone ingesteld die ook wordt gebruikt voor alle x-assen in de grafieken.
Houd er rekening mee dat de tijdzone-instelling alleen wordt bijgewerkt met de nieuwe locatie als deze niet is ingesteld op het GX-apparaat.
Instellen van een locatie is ook vereist voor de PV-productieverwachtingsfunctie.
Geofence-tabblad instellen
Geofence instellen
Hier kan een geofence ingesteld worden voor de installatie (kenmerkend gebruikt in campers en boten). Dit vereist dat een GPS aangesloten is op het GX-apparaat, bijvoorbeeld aansluiten van een USB GPS op een Cerbo GX.
De GlobalLink 520 ondersteunt geen GPS, maar kan wel de zendmast identificeren waarmee hij verbonden is, die we kunnen lokaliseren met VRM. Houd er rekening mee dat als de locatie handmatig wordt ingesteld in de VRM, dan de locatie niet wordt bijgewerkt met de locatie van de mobiele zendmast.
Gebruikers
Gebruikers en toegangsniveau
Stel de toegangsniveaurol voor gebruikers in. De instellingen voor het toegangsniveau zijn Gebruiker (alleen-lezen), Technicus en Beheerder.
Gebruiker is bedoeld voor onervaren eindgebruikers die willen zien hoe hun systeem presteert, maar alleen lezen en geen wijzigingen kunnen aanbrengen.
Technicus kan de diagnostische gegevens van een installatie bekijken, firmware-updates uitvoeren en apparaten bedienen die aan de installatie zijn gekoppeld. Technici kunnen geen installatie verwijderen, het GX-apparaat dat aan een installatie is gekoppeld vervangen of de toegang van andere gebruikers tot de installatie wijzigen.
Beheerder heeft volledige toegang tot de installatie, inclusief de mogelijkheid om andere gebruikers toe te voegen en te verwijderen. Het wordt standaard toegewezen aan de eerste gebruiker die de installatie registreert Een installatie kan meer dan één beheerder hebben. Alle installaties hebben minstens één beheerder nodig en de laatste beheerder kan niet verwijderd worden. Overweeg om de rol Technicus te gebruiken, tenzij die persoon andere gebruikers toegang moet kunnen geven of verwijderen.
Als een gebruiker is gekoppeld aan een installatie, zowel individueel als via een team of installatiegroep, dan houdt VRM rekening met het hoogste toegangsniveau. Bijvoorbeeld: een gebruiker heeft een individueel toegangsniveau 'gebruiker', maar een team waar hij deel van uitmaakt heeft toegang als technicus tot een installatie. VRM beschouwt hen als technicus op de installatie, tot de toegang van het team wordt herroepen.
Uitnodigingen in afwachting
Nodig nieuwe gebruikers uit op deze installatie.
Teams
Voeg aan de installatie gekoppelde teams toe. Raadpleeg de Teams-rubriek.
Installatie groepen
Toont de installatiegroepen waartoe deze installatie behoort. Raadpleeg de Installatie groepen rubriek.
Alarmregels
Raadpleeg alarmen- en bewakingsrubriek van het VRM-portaal.
Zodra de installatie is toegevoegd aan VRM is het mogelijk om notities over het systeem en foto's van de installatie toe te voegen.
Deze kunnen zeer nuttig zijn. Door bijvoorbeeld foto's van bedradingsschema's van het systeem en foto's van het geïnstalleerde systeem toe te voegen, kan een technicus ondersteuning op afstand bieden.
De functies Foto's en Notities bevinden zich beide in de linkerzijbalk van de installatie.
![]() |
Gebruik de functie 'Nodig een gebruiker uit' om deze installatie ook aan andere gebruikers te koppelen. Het is ook mogelijk gebruikers uit te nodigen die nog geen VRM-gebruikerstoeganghebben. Ze worden automatisch doorgestuurd naar de pagina voor het aanmaken van een gebruiker.
Ga naar het apparatenlijsttabblad om een lijst te zien van alle aangesloten producten, hun firmwareversie en serienummers.
Met de screensaver is het mogelijk om snel zien in welke staat de installatie is die op dat moment bekeken wordt. Stel de screensaver in door naar de zijbalk te gaan -> 'Voorkeuren' -> Voorkeuren voor weergave om automatisch te starten na een periode van inactiviteit, of druk twee keer op de 's'-toets terwijl een installatie bekeken wordt.
Controleer de standaard voor alarmbewaking en pas ze indien nodig aan de behoeften aan.Raadpleeg het alarmen- en bewakingshoofdstuk van het VRM-portaal.
Toevoegen van tags aan een installatie wordt uitgevoerd in de instellingenpagina. Er zijn twee types tags, automatische tags en aangepaste tags. In het onderstaande voorbeeld wordt een automatische tag weergegeven voor deze installatie met de naam: 'GEEN-ALARM', zodat er alleen systemen zonder actieve alarmen worden gefilterd en getoond. Er kunnen aangepaste tags toegevoegd worden door de tagnaam te typen en op 'opslaan' te klikken.
Denk eraan de VRM-app op de telefoon te installeren. De VRM-app is gratis beschikbaar in de App Store en Google Play, voor iOS en Android. Voor Android is het ook mogelijk de APK-bestanden te downloaden op onze software- en downloadpagina.